Landsverordening voortgezet onderwijs AB 1989 no. GT 103

*************************

AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014

************************* ====================================================================
Intitulé : Landsverordening voortgezet onderwijs
Citeertitel: Landsverordening voortgezet onderwijs
Vindplaats : AB 1989 no. GT 103
Wijzigingen: AB 1989 no. 73; AB 1990 no. 30; AB 1995 no. 35; AB 1996 nos. 21 en 74; AB 1997 no. 33; AB 2001 no. 72; AB 2009 no. 75; AB 2009 no. 88; AB 2011 no. 24 (inwtr. 2011 no. 53)

DOWNLOAD PDF
====================================================================

Please enter desired keyword in box bellow and press enter/backspace

TITEL I
Algemene bepalingen
Artikel 1
Deze landsverordening verstaat onder: Minister : minister, belast met onderwijs; Inspecteur : de inspecteur van het onderwijs, belast met het toezicht op de school; School : een school voor voortgezet onderwijs, tenzij het tegendeel blijkt; openbare school : een door het Land in stand gehouden school; bijzondere school : een door een natuurlijke persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon in stand gehouden school; bevoegd gezag : voor wat betreft a. een openbare school: de Minister; b. een bijzondere school: het schoolbestuur; profiel : een samenhangend onderwijsprogramma dat zich kenmerkt door een brede algemene maatschappelijke- en persoonlijke vorming en een gedegen voorbereiding op het vervolgonderwijs.
Artikel 2 (vervallen)
Artikel 3
1. Het voortgezet onderwijs omvat het onderwijs dat wordt gegeven na het basisonderwijs, met uitzondering van het onderwijs geregeld in de Landsverordening Universiteit van Aruba en haar uitvoeringsbesluiten. 2. Het voortgezet onderwijs heeft tot doel de algemene burger- en persoonsvorming van de leerling en de voorbereiding op verdere studie en beroep.
Artikel 4
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de onderwerpen aangewezen waarover aan organisaties van ouders, van leraren of van schoolbesturen dan wel aan twee of meer van deze groepen, die zich de behartiging van de belangen van een of meer vormen van voortgezet onderwijs ten doel stellen, de gelegenheid wordt gegeven de Minister van advies te dienen. Aan die organisaties wordt deze gelegenheid uitsluitend verleend, indien zij naar het oordeel van de Minister
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
voldoende representatief zijn.
TITEL II
Het onderwijs
Artikel 5
Het voortgezet onderwijs wordt onderscheiden in: a. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; b. hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs; c. hoger, middelbaar en lager beroepsonderwijs.
AFDELING I
Openbaar en uit de openbare kas bekostigd bijzonder schoolonderwijs
Artikel 6
De bepalingen van de hoofdstukken I en II van deze afdeling regelen het openbaar schoolonderwijs; de bepalingen van de hoofdstukken I en III zijn voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder schoolonderwijs.
HOOFDSTUK I
Regelen voor het openbaar schoolonderwijs, tevens voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder schoolonderwijs
§1 Scholen
Artikel 7
1. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van zes jaren. 2. Aan deze scholen wordt onderwijs gegeven in Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Papiamentse taal en cultuur, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, management en organisatie, individu en samenleving/maatschappijleer, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, culturele en kunstzinnige vorming, lichamelijke opvoeding en informatiekunde. Het onderwijs kan mede omvatten het vak godsdienstleer. 3. Met toestemming van de Minister kan ook onderwijs worden gegeven in andere vakken.
Artikel 8
1. Hoger algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van vijf jaren. 2. Aan deze scholen wordt onderwijs gegeven in Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Papiamentse taal en cultuur, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, management en organisatie, individu en samenleving/maatschappijleer, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, culturele en kunstzinnige vorming, lichamelijke opvoeding en informatiekunde. Het onderwijs kan mede omvatten het vak godsdienstleer. 3. Met toestemming van de Minister kan ook onderwijs worden gegeven in andere vakken.
2
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 9
1. Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van vier jaren. Aan deze scholen kan een afdeling worden verbonden met een cursusduur van drie jaren. 2. Aan deze scholen wordt onderwijs gegeven in Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Papiamentse taal en cultuur, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, management en organisatie, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, culturele en kunstzinnige vorming, lichamelijke opvoeding en informatiekunde. Het onderwijs kan mede omvatten het vak godsdienstleer. 3. Met toestemming van de Minister kan ook onderwijs worden gegeven in andere vakken.
Artikel 10
1. Het onderwijs aan de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, vangt aan met een tweejarige basiscyclus en omvat in ieder ge- val onderwijs in de vakken Papiamentse taal, Nederlandse taal, Engelse taal en Spaanse taal, kennis van het geestelijk leven, persoonlijke vorming, lichamelijke opvoeding, algemene sociale wetenschappen, culturele en kunstzinnige vorming, natuur en techniek, wiskunde, informatiekunde/informatie- en communicatie-technologie. Het onderwijs omvat mede persoonlijke en studiebegeleiding van de leerling. 2. Met toestemming van de Minister kan ook onderwijs worden gegeven in een andere vreemde taal. 3. Bij ministeriële regeling worden telkens voor een periode van ten hoogste vier jaar de leerplannen van de vakken, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld. De vaststelling van de vakleerplannen voor een volgende periode vindt plaats met inachtneming van een evaluatie van de geldende vakleerplannen. De ministeriële regeling bevat voor de vakken, bedoeld in het eerste lid, een les-urentabel die mede als grondslag dient voor de vaststelling van de vakleerplannen. 4. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de basiscyclus zodanig wordt ingericht dat de doelstellingen, zoals vermeld in de vakleerplannen, in twee leerjaren kunnen worden behaald. 5. De school draagt ervoor zorg dat zij de doelstellingen, zoals vermeld in de vakleerplannen, aan het einde van de basiscyclus bereikt. 6. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks vóór 1 mei een programmering van leerstof en toetsing vast die in elk geval betrekking heeft op het komende schooljaar. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voorschriften gegeven omtrent de inhoud van de programmering van leerstof en toetsing. 7. Het bevoegd gezag richt het onderwijs in de basiscyclus in op de grondslag van een normatieve studielast voor de leerling van ten hoogste 1600 klokuren per leerjaar, uitgaande van ten hoogste 40 weken met elk een normatieve studielast van 40 klokuren. 8. De Minister stelt het gedurende de basiscyclus per week te verzorgen minimum en maximum aantal lesuren van 45 minuten onderwijs in de vakken, bedoeld in het eerste lid, telkens voor een periode van ten hoogste vier jaar vast, de inspecteur en het bevoegd gezag gehoord. 9. De voorgeschreven lesurentabel kan door de school worden aangevuld met vakoverstijgende projecten, mits voor de leerlingen per leerjaar het aantal van 35 lesuren per week niet wordt overschreden en het niet leidt tot een overschrijding van de maximale studiebelasting
3
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
van 40 klokuren per week voor de leerlingen.
Artikel 11
1. Aan een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of voor algemeen voortgezet onderwijs kan naast het onderwijs in de voor die school genoemde vakken onderwijs worden gegeven in andere, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen vakken. Aan bijzondere scholen kan bovendien godsdienstonderwijs worden gegeven. 2. Voor zover het totale aantal lessen dat aan de school ten hoogste mag worden gevolgd, niet wordt besteed aan de vakken, genoemd in de artikelen 7 tot en met 9 en in het landsbesluit, bedoeld in het eerste lid, en – aan bijzondere scholen – aan godsdienstonderwijs, kan over de gehele cursus ten hoogste een aantal wekelijkse lessen dat gelijk is aan het aantal leerjaren van de desbetreffende school, worden besteed aan door het bevoegd gezag te kiezen vakken.
Artikel 11a
1. Het bevoegd gezag van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, richt een stelsel van kwaliteitszorg voor de school in en draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt in elk geval verstaan het uitvoeren van het schoolbeleid op een zodanige wijze, dat de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en de door het bevoegd gezag in het schoolplan, bedoeld in artikel 11b, opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs worden gerealiseerd. 2. Het bevoegd gezag zendt jaarlijks vóór 1 mei een verslag omtrent de kwaliteitszorg aan de inspecteur. Het verslag bevat in ieder geval een uiteenzetting over gebruikte instrumenten van kwaliteitsbeoordeling, de resultaten van de beoordeling, het voorgenomen beleid van de school in het licht van die resultaten en de voornemens ten aanzien van de kwaliteitsbeoordeling. 3. De Minister kan regels stellen omtrent de wijze waarop de kwaliteitsbeoordeling door het bevoegd gezag gerealiseerd wordt en de maatregelen die nodig zijn ter verbetering van de kwaliteit.
Artikel 11b
1. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school gevoerd wordt en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, zullen worden geconfronteerd. Het schoolplan kan op een of meer scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, en een of meer andere scholen van hetzelfde bevoegd gezag betrekking hebben. 2. Het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de uitwerking van de wettelijke opdrachten voor het onderwijs en van de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs in een onderwijsprogramma. Daarbij worden tevens betrokken de
4
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 3. Het personeelsbeleid, voor zover dat in het schoolplan tot uitdrukking wordt gebracht, omvat in elk geval maatregelen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid. 4. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs omvat in elk geval de wijze waarop het bevoegd gezag bewaakt dat die kwaliteit wordt gerealiseerd en vaststelt welke maatregelen ter verbetering van de kwaliteit nodig zijn. 5. Het bevoegd gezag zendt een afschrift van het schoolplan aan de inspecteur. Indien wijzigingen worden aangebracht in het schoolplan, worden deze wijzigingen eveneens aan de inspecteur gezonden.
Artikel 11c
1. Na de tweejarige basiscyclus van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, vangt de bovenbouw aan. De bovenbouw bouwt voort op de basiscyclus. 2. De bovenbouw van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, omvat het derde en vierde leerjaar van een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, het derde, vierde en vijfde leerjaar van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en het derde, vierde, vijfde en zesde leerjaar van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. 3. Het derde leerjaar van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, is mede bedoeld als voorbereiding op de profielkeuze aan het einde van dat leerjaar. 4. Het vierde leerjaar van een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, het vierde en vijfde leerjaar van een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en het vierde, vijfde en zesde leerjaar van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs is ingericht volgens profielen. 5. Het bevoegde gezag richt het onderwijs in de bovenbouw van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, in op de grondslag van een normatieve studielast voor de leerling van 1600 klokuren per leerjaar, uitgaande van 40 weken met elke een normatieve studielast van 40 klokuren.
Artikel 11d
1. De Profielen zijn: a. natuurwetenschappen; b. mens- en maatschappijwetenschappen; c. humaniora. 2. Elk profiel bestaat uit: a. een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen van de desbetreffende schoolsoort gelijk is; b. een profieldeel dat kenmerkend is voor dat profiel; c. een keuzedeel; d. voor de scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, een profielwerkstuk. 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voor elk profiel van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, vastgesteld: a. de vakken van de bovenbouw; b. het aantal lesuren en de normatieve studielast van de bovenbouw; c. voorschriften omtrent de vakken;
5
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
d. voorschriften omtrent de mogelijkheid vrijstelling te verlenen van vakken of onderdelen daarvan ten behoeve van leerlingen met bijzon- dere kenmerken, waartoe behoren leerlingen die niet in staat zijn onderwijs in de lichamelijke opvoeding te volgen.
Artikel 11e
1. Bij regeling van de Minister worden telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren de eindtermen vastgesteld van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9. 2. Het bevoegde gezag van de bijzondere scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, draagt zorg dat het onderwijs aan die scholen zodanig ingericht is dat de leerlingen de eindtermen binnen de vastgestelde cursusduur kunnen bereiken.
Artikel 12
Beroepsonderwijs wordt gegeven aan: a. scholen die voorbereiden voor technische beroepen; b. scholen die voorbereiden voor dienstverlenende en verzorgende beroepen, voor het huishouden en voor beroepen van administratieve aard; c. scholen die voorbereiden voor agrarische beroepen; d. scholen voor de opleiding van onderwijzend personeel; e. scholen die voorbereiden voor niet onder a tot en met d genoemde beroepen.
Artikel 13
1. De scholen die voorbereiden voor technische beroepen, worden onderscheiden in lagere, middelbare en hogere technische scholen. 2. De scholen die voorbereiden voor dienstverlenende en verzorgende beroepen, voor het huishouden en voor beroepen van administratieve aard, worden onderscheiden in lagere, middelbare en hogere scholen. Tot deze scholen worden in ieder geval gerekend de scholen voor economisch, toeristisch en administratief onderwijs en de huishoudscholen. 3. De scholen die voorbereiden voor agrarische beroepen worden onderscheiden in lagere en middelbare scholen. 4. Tot de scholen voor de opleiding van onderwijzend personeel worden gerekend de opleidingsscholen voor kleuterleidsters, de opleidingsscholen voor onderwijzers en de opleidingsscholen voor leraren. De opleidingsscholen voor kleuterleidsters zijn scholen voor middelbaar beroepsonderwijs; de opleidingsscholen voor onderwijzers en die voor leraren zijn scholen voor hoger beroepsonderwijs.
Artikel 14
1. Lager beroepsonderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van ten hoogste vier jaren. 2. Aan deze scholen wordt onderwijs gegeven in algemene vakken en in op het beroep gerichte vakken. Aan bijzondere scholen kan bovendien godsdienstonderwijs worden gegeven. 3. Tot de algemene vakken behoren in ieder geval Nederlandse taal en Papiamentse taal, een moderne taal, maatschappijleer, rekenen, lichamelijke oefening.
6
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 15
1. Middelbaar beroepsonderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van ten hoogste vier jaren. 2. Hoger beroepsonderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van ten hoogste vijf jaren. Aan deze scholen kan een voorbereidend jaar zijn verbonden. 3. Aan de scholen voor middelbaar en voor hoger beroepsonderwijs wordt onderwijs gegeven in algemene vakken en in op het beroep gerichte vakken. Aan bijzondere scholen kan bovendien godsdienstonderwijs worden gegeven.
Artikel 16
1. De opleidingsschool voor kleuterleidsters heeft een cursusduur van vier jaren, verdeeld over twee afdelingen, een afdeling A en een afdeling B. 2. De afdeling A, bestaande uit drie leerjaren, beoogt de vorming tot kleuterleidster. De afdeling B, bestaande uit een leerjaar, beoogt de vorming tot hoofdleidster.
Artikel 17
Aan de opleidingsscholen voor onderwijzend personeel wordt in ieder geval onderwijs gegeven in opvoedkunde, psychologie, algemene didactiek, bijzondere didactiek.
Artikel 18
1. In een scholengemeenschap zijn tot een school verenigd een school in de zin van deze landsverordening en één of meer andere al dan niet in deze landsverordening bedoelde scholen. 2. Indien in een scholengemeenschap zijn verenigd een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en één of meer scholen voor algemeen voortgezet onderwijs is ten minste het eerste leerjaar gemeenschappelijk. 3. In een gemeenschap van scholen zijn verenigd een zelfstandige school in de zin van deze landsverordening en één of meer andere al dan niet in deze landsverordening bedoelde zelfstandige scholen die ten aanzien van de inrichting van het onderwijs nauw samenwerken. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot deze samenwerking.
Artikel 19
1. De scholen kunnen zijn dagscholen, avondscholen of dag- avondscholen. Volgens regelen, te stellen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de cursusduur en de inrichting van het onderwijs aan de avondscholen en aan de dag-avondscholen afwijken van die voorgeschreven bij of krachtens deze landsverordening. 2. Tenzij het tegendeel blijkt, worden onder scholen voor beroepsonderwijs mede verstaan afzonderlijke cursussen voor beroepsonderwijs.
Artikel 20
De naam van de school duidt aan, tot welke van de soorten van scholen, bedoeld in de voorgaande artikelen, de school behoort.
7
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 21
1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voor elke soort van scholen voorschriften worden vastgesteld omtrent de inrichting van het onderwijs. 2. Het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, houdt voor de scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en voor algemeen voortgezet onderwijs ten minste voorschriften in omtrent: a. de vakken, genoemd in de artikelen 7 tot en met 9, waarin het onderwijs moet worden gevolgd; b. de vakken en de aantallen wekelijkse lessen in elk van die vakken, die in de basiscyclus, bedoeld in artikel 10, eerste lid, moeten worden gevolgd en het aantal mentorlessen dat in de basiscyclus ten minste moet worden gevolgd; c. het aantal wekelijkse lessen, dat gedurende de bovenbouw in elk van de vakken, genoemd in de artikelen 7 tot en met 9, of in groepen van die vakken ten minste moet worden gevolgd, het aantal mentorlessen en het aantal lessen in loopbaanoriëntatie, dat gedurende de bovenbouw ten minste moet worden gevolgd; d. het aantal wekelijkse lessen dat gedurende de bovenbouw in alle vakken tezamen moet worden gevolgd, met inbegrip van de mentorles- sen; e. het aantal wekelijkse lessen dat gedurende de bovenbouw in alle vakken tezamen ten hoogste mag worden gevolgd, met inbegrip van de mentorlessen; f. de duur van de lessen en de mentorlessen; g. splitsing en samenvoeging van klassen en vorming van groepen, mede in verband met het totale aantal leerlingen. 3. Het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, houdt voor de scholen voor beroepsonderwijs ten minste voorschriften in omtrent: a. de cursusduur, de praktijktijd en de afdelingen; b. de inrichting van het onderwijs in het voorbereidend jaar; c. voor wat betreft het eerste leerjaar van de scholen voor lager beroepsonderwijs, de aantallen wekelijkse lessen in elk van de vak- ken, bedoeld in artikel 14, derde lid, die ten minste moeten worden gevolgd, alsmede het aantal studielessen dat ten minste moet worden gevolgd, en, voor wat betreft het tweede leerjaar van deze scholen, de aantallen wekelijkse lessen in algemene vakken, die ten minste moeten worden gevolgd; d. de vakken en de groepen van vakken, het aantal wekelijkse lessen, dat gedurende de cursus in deze vakken en groepen van vakken ten minste moet worden gevolgd, het aantal studielessen, dat gedurende de cursus ten minste moet worden gevolgd en voor zover nodig de leerstof; e. het aantal wekelijkse lessen, dat – behoudens godsdienstonderwijs aan bijzondere scholen – gedurende de cursus mag worden besteed aan het onderwijs in andere, door het bevoegd gezag te kiezen vakken; f. de onderwerpen, genoemd in het tweede lid van dit artikel, onderdelen d tot en met g. 4. Het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, houdt voor de opleidingsscholen voor onderwijzend personeel ten minste voorschriften in omtrent: a. voor zover nodig de leerstof die voor de vakken genoemd in artikel 17 ten minste moet worden onderwezen; b. het minimum aantal per leerling te geven lessen gedurende de cursus of een deel daarvan, in elk van de vakken genoemd in artikel 17 of in groepen van die vakken; c. het minimum totaal aantal per leerling te geven lessen met inbegrip
8
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
van de studielessen, gedurende de cursus of een deel daarvan; d. de onderwerpen, genoemd in het tweede lid van dit artikel, onderdelen f en g. 5. Voor de cursussen voor beroepsonderwijs stelt de Minister voorschriften vast omtrent de inrichting van het onderwijs. 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorschriften worden vastgesteld voor de vakopleiding in samenwerking met bedrijven.
Artikel 22
1. De rector of de directeur van de school ontwerpt jaarlijks met inachtneming van de bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften, na bespreking met de gezamenlijke leraren, het leerplan en de lesrooster. 2. Het bevoegd gezag stelt het leerplan en de lesrooster vast en zendt deze ter goedkeuring aan de inspecteur. 3. De leerplannen en de lesroosters van de cursussen voor beroepsonderwijs behoeven de goedkeuring van de Minister.
Artikel 23 (vervallen)
Artikel 24
1. De Minister stelt voorschriften vast met betrekking tot de begin- en einddatum van het schooljaar en met betrekking tot het totaal aantal vakantiedagen per jaar. 2. De lesrooster wordt vastgesteld in overeenstemming met het leerplan. Hij geeft de regeling van de schooltijden en vermeldt tevens de feestdagen en de schoolvakanties waarvan de begin- en einddata door de Minister, het bevoegd gezag gehoord, worden vastgesteld, alsmede de namen van de leraren. 3. Afwijking van lesrooster kan plaats hebben met toestemming van de inspecteur.
Artikel 25
1. Indien de inspecteur van oordeel is, dat het leerplan of de lesrooster niet voldoet aan de bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften of anderszins gebreken vertoont en het bevoegd gezag wijziging weigert, vraagt hij het oordeel van de Minister, aan wiens uitspraak het bevoegd gezag zich onderwerpt. 2. De leerplannen van de scholen waarvoor niet bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voorschriften omtrent de inrichting van het onderwijs zijn vastgesteld, behoeven de goedkeuring van de Minister.
Artikel 26
De Minister kan nadere voorschriften geven omtrent de modellen van leerplannen en lesroosters en omtrent de inzending daarvan.
Artikel 27
1. Het bevoegd gezag stelt, de inspecteur gehoord, een reglement voor de school vast. 2. De Minister kan nadere voorschriften geven omtrent de inhoud
9
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
van dit reglement.
Artikel 28
Ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school en ten behoeve van een scholengemeenschap, als bedoeld in artikel 18, kan de Minister goedkeuren, dat wordt afgeweken van de bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften.
Artikel 29
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voor elke soort van scholen of voor afdelingen van die scholen voorwaarden voor de toelating en voorschriften omtrent verwijdering en bevordering wor- den vastgesteld.
Artikel 30
1. Het gezondheidstoezicht op de scholen wordt uitgeoefend door de minister van Publieke Werken en Volksgezondheid en strekt zich uit over alle gebouwen waarin en terreinen waarop voortgezet onderwijs wordt gegeven en over het personeel van de scholen en de leerlingen. 2. Geen voortgezet onderwijs wordt gegeven in gebouwen of op terreinen waarvan de minister van Publieke Werken en Volksgezondheid heeft beslist, dat zij niet voldoen aan de voorschriften, bedoeld in het zesde lid, of schadelijk zijn voor de gezondheid dan wel gevaar opleveren voor de veiligheid. 3. Een beslissing, als bedoeld in het vorige lid, wordt schriftelijk en met redenen omkleed gegeven. Afschriften ervan worden gezonden aan de inspecteur, aan de rector of de directeur van de school en, indien het een bijzondere school betreft, aan het schoolbestuur. 4. De minister van Publieke Werken en Volksgezondheid maakt zijn beslissing onmiddellijk openbaar in de Landscourant van Aruba. 5. Nadat de minister van Publieke Werken en Volksgezondheid schriftelijk heeft verklaard, dat het gebouw of het terrein voldoende is verbeterd, mag het onderwijs worden hervat. Dit wordt openbaar gemaakt overeenkomstig het derde en het vierde lid. 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen, zowel in het belang van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen als van het onderwijs, voorschriften worden gegeven omtrent de bouw en de inrichting van gebouwen waarin voortgezet onderwijs wordt gegeven, omtrent de inrichting van de bij de school behorende terreinen, alsmede omtrent het aantal leerlingen dat in de lokalen mag worden toegelaten.
Artikel 31
1. Hij die in strijd met artikel 30 onderwijs geeft of doet geven in een afgekeurd lokaal of die als rector of directeur van een school in een lokaal meer leerlingen toelaat dan het mag bevatten volgens de voorschriften, bedoeld in het zesde lid van dat artikel, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste honderd florin. 2. Indien het feit, strafbaar gesteld in het eerste lid, wordt gepleegd voordat twee jaren zijn verlopen sedert een veroordeling ter zake van eenzelfde feit onherroepelijk is geworden, wordt een geldboete van ten hoogste tweehonderd florin of hechtenis van ten hoogste veertien dagen opgelegd. Bij tweede of volgende herhaling, gepleegd telkens binnen twee jaren, nadat de laatste veroordeling onherroepelijk is geworden, wordt hechtenis opgelegd van ten hoogste een jaar.
10
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
3. Het feit, strafbaar gesteld in dit artikel, is een overtreding.
§2 Eindexamens
Artikel 32
1. Aan de leerlingen van de dagscholen, bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9, alsmede aan de leerlingen van de dagopleidingsscholen door onderwijzers en aan die van de afdeling A en van de afdeling B van de dagopleidingsscholen voor kleuterleidsters wordt gelegenheid gegeven aan deze scholen een eindexamen af te leggen. 2. Aan de leerlingen van de overige scholen en aan de leerlingen van de afdelingen van scholen voor beroepsonderwijs kan gelegenheid worden gegeven aan deze scholen en afdelingen een eindexamen af te leggen. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen scholen of afdelingen van scholen voor beroepsonderwijs worden aangewezen, waarvan het bevoegd gezag de regeling van het eindexamen vaststelt onder goedkeuring van de Minister. 3. Het eindexamen wordt afgenomen door de rector of de directeur en leraren van de school onder toezicht, behoudens in de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te noemen gevallen, van een of meer door de Minister aan te wijzen gecommitteerden. Het eindexamen kan mede worden afgenomen door deskundigen, die door het bevoegd gezag onder goedkeuring van de Minister worden aangewezen. 4. Zij, die het eindexamen met gunstig gevolg hebben afgelegd, ontvangen, voor zover het betreft: a. het eindexamen van de opleidingsscholen voor onderwijzers, een akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer; b. het eindexamen van de afdeling A van de opleidingsscholen voor kleuterleidsters, een akte van bekwaamheid als leidster; c. het eindexamen van de afdeling B van de opleidingsscholen voor kleuterleidsters, een akte van bekwaamheid als hoofdleidster; d. het eindexamen van de overige scholen, een diploma. De Minister stelt de modellen van deze akten en diploma’s vast. 5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, behalve indien het tweede lid, tweede volzin, toepassing heeft gevonden, voorschriften vastgesteld omtrent de in dit artikel bedoelde eindexamens, die niet voor alle leerlingen van een school dezelfde vakken behoeven te omvatten. 6. Ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs kan de Minister toestaan, dat wordt afgeweken van de bij of krachtens dit artikel gegeven voorschriften. 7. De Minister wijst, na daaromtrent het oordeel van de directeur van de Directie Onderwijs en de inspecteur te hebben ingewonnen, de vakken aan voor welke de centrale examinering geschied. De Directie Onderwijs draagt zorg dat de centrale examinering geschiedt door een van de scholen onafhankelijk instituut. Zo de Minister uitvoering geeft aan de in de eerste volzin bedoelde bevoegdheid, draagt het bevoegd gezag van de bijzondere scholen zorg voor de centrale examinering overeenkomstig de aanwijzing. 8. De Minister draagt zorg voor aanvullende kwaliteitsborging van de vakken die aangewezen zijn voor centrale examinering. 9. Voor examens die niet vanwege de school worden afgelegd, kun- nen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voorschriften worden gegeven.
11
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 32a
1. Het bevoegd gezag van de scholen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9, stelt een plan van leerstof en toetsing vast, de inspecteur gehoord. Het plan van leerstof en toetsing wordt vastgesteld vóór 15 april, voorafgaand aan het schooljaar en bepaalt ten minste: a. de onderwijs- en vormingsdoelen, met inbegrip van de eindtermen, bedoeld in artikel 11e, eerste lid; b. de inhoud, aard en indeling van de toetsen en het schoolexamen; c. de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per schooljaar dat gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van toetsen, het schoolexamen of onderdelen daarvan; d. op welke grond vrijstelling kan worden verleend van een of meer examenonderdelen; e. de wijze waarop en de termijn waarbinnen de leerling inzage krijgt in zijn beoordeelde schriftelijk werk; f. de termijn waarbinnen de uitslag van een schoolexamen bekend wordt gemaakt; g. de wijze en de termijn waarin de leerling beroep kan aantekenen tegen de beslissing van de examencommissie dan wel van de examinator. 2. De Minister kan nadere voorschriften geven omtrent de modellen en inhoud van de plannen van leerstof en toetsing. 3. Het bevoegd gezag stelt, de inspecteur gehoord, met inachtneming van het plan van leerstof en toetsing, voorschriften vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van het schoolexamen of onderdelen daarvan in de vorm van een examenreglement. 4. Het bevoegd gezag maakt het plan van leerstof en toetsing en het examenreglement tijdig voor de aanvang van het schooljaar op zodanige wijze bekend, dat de leerling zich een goed beeld kan vormen van de inhoud en de inrichting van het onderwijs en het examen.
Artikel 33
1. De leerling die de school verlaat en aan wie geen akte of diploma kan worden uitgereikt, ontvangt een verklaring waarin in ieder geval wordt vermeld het tijdstip waarop hij de school verlaat, en het leerjaar waartoe hij laatstelijk onvoorwaardelijk was bevorderd. Deze verklaring wordt door het bevoegd gezag of namens het bevoegd gezag door de rector of de directeur ondertekend. 2. De Minister stelt het model van de verklaring vast.
§3 Personeel
Artikel 34
1. Zij die onderwijs geven aan een school, dragen de titel van leraar. 2. Aan het hoofd van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en aan het hoofd van een scholengemeenschap waaraan mede voorbereidend wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven, staat een rector, aan het hoofd van de overige scholen en scholengemeenschappen een directeur. Tot rector of directeur is slechts benoembaar hij die met inachtneming van artikel 35, eerste lid, kan worden benoemd tot leraar in een van de vakken die aan de school worden onderwezen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag met goedkeuring van de Minister afwijken van het bepaalde in de vorige volzin. 3. Het bevoegd gezag benoemt één of meer van de leraren om de rector of de directeur bij te staan en bij afwezigheid te vervangen;
12
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
deze dragen de titel van onderscheidenlijk conrector en adjunct- directeur. 4. De Minister, de directeur van de Directie Onderwijs gehoord, stelt voorschriften vast omtrent het aantal door de rector of de directeur en door de conrector of de adjunct-directeur ten minste te geven lessen.
Artikel 35
1. Tot leraar aan een school kan slechts worden benoemd hij die in het bezit is van: a. een bewijs van bekwaamheid voor het door hem aan die school te geven onderwijs; b. een bewijs van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding, voor zover vereist bij of krachtens artikel 36; c. een bewijs van goed zedelijk gedrag, afgegeven door de bevoegde overheden van de plaatsen waar hij de laatste twee jaren heeft gewoond; d. een geneeskundige verklaring dat hij geen ziels- of lichaamsgebreken heeft die hem voor de vervulling van de betrekking ongeschikt maken; en die de bevoegdheid tot het geven van onderwijs niet krachtens artikel 40 heeft verloren. 2. In bijzondere gevallen kan de Minister aan personen die in een bepaald vak of onderdeel van een vak door buitengewone bekwaamheid uitmunten, ten aanzien van dit vak of dit onderdeel ontheffing verlenen van de in het eerste lid, onderdelen a en b gestelde eisen. 3. Bij tijdelijke afwezigheid van een leraar kan ten aanzien van degene die hem vervangt telkens voor ten hoogste een jaar worden afgeweken van de eisen van benoembaarheid, gesteld in het eerste lid, onderdelen a en b. Indien in een vacature niet terstond kan worden voorzien door de benoeming van een leraar die aan de genoemde eisen voldoet, is het bepaalde in de vorige volzin van overeenkomstige toepassing. 4. In het eerste leerjaar van een dagschool voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs of voor lager beroepsonderwijs kan een leraar die daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag bekwaam is, ook onderwijs geven in andere vakken dan die waarvoor het in zijn bezit zijnde bewijs van bekwaamheid bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geldt. In bijzondere gevallen kan het bepaalde in de vorige volzin eveneens toepassing vinden ten aanzien van een leraar in het tweede leerjaar van een daarbedoelde school. 5. In de gevallen, bedoeld in het derde en het vierde lid, is de goedkeuring van de inspecteur vereist. Wordt de goedkeuring geweigerd, dan kan het bevoegd gezag binnen veertien dagen, nadat de beslissing van de inspecteur te zijner kennis is gebracht, bij de Minister in beroep komen. 6. Het eerste lid, onderdelen a en b, is niet van toepassing op een leraar, in zoverre deze belast is met het geven van godsdienstonderwijs. 7. De in het eerste lid, onderdeel d, bedoelde verklaring mag niet ouder zijn dan twee jaren. Het onderzoek dat ervoor nodig is, wordt ingesteld vanwege de Minister.
Artikel 36
1. De bewijzen van bekwaamheid en de bewijzen van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding, bedoeld in artikel 35, eerste
13
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
lid, onderdelen a en b, zijn opgenomen in de bij deze landsverordening opgenomen bijlage. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan de in het eerste lid bedoelde bijlage worden aangevuld of gewijzigd. 3. Volgens regelen te stellen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan de Minister verklaren, dat een leraar wordt geacht in het bezit te zijn van een bewijs van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs in vakken waarvoor geen bewijzen van bekwaamheid zijn aangewezen, en van een bewijs, als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdeel b.
Artikel 37
1. Aan de scholen worden na overleg met de inspecteur toegelaten studenten aan een school voor de opleiding van onderwijzend personeel die voor het halen van bewijzen van bekwaamheid een praktische vorming behoeven. 2. Zij die ingevolge het eerste lid worden toegelaten, zijn in het bezit van een bewijs van goed zedelijk gedrag en een geneeskundige verklaring, als bedoeld in artikel 35. Zij zijn werkzaam onder de leiding van een bevoegde leraar. Artikel 38
De salarissen en de toelagen, door het bevoegd gezag toe te ken- nen aan de rector of de directeur, de leraren en het overige personeel, worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.
Artikel 39
1. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de rector of de directeur, de leraren en het overige personeel. De benoeming geschiedt zoveel mogelijk in een volledige betrekking. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden voorschriften gegeven omtrent de rechten en plichten van de rector, de directeur, de leraren en het overige personeel, voor zover hierin niet bij of krachtens landsverordening is voorzien.
Artikel 40
1. De bevoegdheid tot het geven van onderwijs vervalt van rechtswege bij onherroepelijke veroordeling wegens het misdrijf, bedoeld in artikel 257 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba. 2. De Minister kan een leraar die onherroepelijk is veroordeeld wegens een ander misdrijf dan bedoeld in het eerste lid of die bij het geven van onderwijs opvattingen steunt of verkondigt die strijden met de goede zeden of een aansporing inhouden tot ongehoorzaamheid aan de wettelijke regelingen van Aruba de bevoegdheid tot het geven van onderwijs ontnemen. Gelijke bevoegdheid komt de Minister toe ten aanzien van een leraar die zich aan ergerlijk levensgedrag schuldig maakt. 3. vervallen 4. De leraar die op grond van dit artikel de bevoegdheid tot het geven van onderwijs verliest, is van rechtswege ontslagen met ingang van de dag waarop de beslissing onherroepelijk is geworden. 5. In bijzondere gevallen kan bij landsbesluit, de Raad van Advies gehoord, aan hem die ingevolge het eerste of het tweede lid de bevoegdheid tot het geven van onderwijs heeft verloren, deze bevoegd-
14
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
heid, al dan niet onder voorwaarden worden teruggegeven.
HOOFDSTUK II
Overige regelen voor het openbaar schoolonderwijs
Artikel 41
De openbare scholen zijn, met inachtneming van de krachtens artikel 29 vastgestelde voorschriften, voor alle leerlingen zonder onderscheid toegankelijk.
Artikel 42
1. Het onderwijs aan openbare scholen wordt gegeven met eerbiediging van ieders geloofs- of levensovertuiging. 2. De Minister kan hem die zich in dit opzicht aan plichtsverzuim schuldig maakt, voor ten hoogste een jaar en bij herhaling voor onbepaalde tijd in zijn bevoegdheid tot het geven van onderwijs aan een openbare school schorsen.
Artikel 43
1. De benoeming en de overplaatsing van rectoren en directeuren geschieden door de Minister na overleg met de directeur van de Directie Onderwijs. 2. De benoeming van leraren geschiedt door de Minister na ingewonnen bericht van de rector of de directeur van de school waaraan de benoeming zal geschieden. 3. De overplaatsing van leraren en de benoeming van de conrectoren of adjunct-directeuren geschieden door de Minister na ingewonnen bericht van de rectoren of directeuren van de desbetreffende scholen. 4. Van alle benoemingen en overplaatsingen doet de Minister mededeling aan de directeur van de Directie Onderwijs.
Artikel 44
1. Aan elke openbare school voor voortgezet onderwijs is, behoudens door de Minister te verlenen ontheffing, een oudercommissie verbonden. 2. De inrichting, de wijze van verkiezing van de leden en de bevoegdheden van de oudercommissie worden geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.
Artikel 45
1. Bij de vaststelling van de lesrooster wordt door het vrijgeven van uitdrukkelijk in die rooster vermelde uren gezorgd, dat de leerlingen, waarvan de ouders, voogden of verzorgers daartoe de wens te kennen geven, in de schoollokalen of elders godsdienstonderwijs kunnen ontvangen. 2. De voor het godsdienstonderwijs bestemde uren vallen binnen de schooltijd en worden voor elke school door de rector of de directeur van de school vastgesteld in overeenstemming met hen die door de besturen der kerkgenootschappen voor die school met het geven van godsdienstonderwijs worden belast.
15
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
HOOFDSTUK III
Overige voorwaarden voor bekostiging uit de openbare kas van het bijzonder schoolonderwijs
Artikel 46
1. Indien binnen redelijke afstand van de woning van de leerling niet de gelegenheid bestaat tot het volgen van onderwijs aan een openbare school, mag aan deze leerling de toegang tot een gelijksoortige uit de openbare kas bekostigde bijzondere school niet worden geweigerd op grond van levensbeschouwing, tenzij de school uitsluitend bestemd is voor interne leerlingen. 2. Indien tot een bijzondere school andere leerlingen worden toegelaten dan voor wie de school in verband met de levensbeschouwing wordt in stand gehouden, kunnen deze leerlingen niet worden verplicht tot het volgen van de lessen in de vakken die in verband met die levensbeschouwing aan het leerplan zijn toegevoegd.
Artikel 47
1. De bijzondere school staat onder het bestuur van een stichting of van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of instelling die zich het geven van onderwijs ten doel stelt zonder daarbij het maken van winst te beogen. 2. Het aan de school verbonden personeel maakt geen deel uit van het schoolbestuur. 3. Het schoolbestuur draagt zorg voor een deskundig beheer.
Artikel 48
1. Het schoolbestuur stelt, behoudens door de Minister te verlenen ontheffing, de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen in de gelegenheid een oudercommissie te vormen. 2. De inrichting, de wijze van verkiezing van de leden en de bevoegdheid van de oudercommissie worden door het schoolbestuur zoveel mogelijk in overeenstemming met de bepalingen van het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bedoeld in artikel 44, tweede lid, geregeld.
Artikel 49
1. De rector, de directeur, de leraren en het overige personeel, bedoeld in artikel 38, van de bijzondere school zijn in het bezit van een door het schoolbestuur en door henzelf ondertekende akte van benoeming. Het schoolbestuur zendt een afschrift van deze akte aan de inspecteur. 2. De akte van benoeming bevat ten minste de bepaling of de benoeming in vaste of in tijdelijke dienst geschiedt, alsmede de bepa- ling dat de voorschriften betreffende de materiële rechtspositie van het personeel, werkzaam bij het openbaar onderwijs, van overeenkomstige toepassing zijn.
Artikel 50
1. De rector, de directeur, de leraren en het overige personeel, bedoeld in artikel 38, van bijzondere scholen kunnen tegen een door het schoolbestuur genomen besluit tot schorsing, tot het opleggen van
16
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
een disciplinaire straf of tot ontslag anders dan op eigen verzoek, voordat zij de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt of het tijdvak waarvoor zij zijn benoemd, is verlopen, in beroep komen bij de commissie van beroep waarbij het schoolbestuur is aangesloten en aan wier uitspraak het zich onderwerpt. Het beroep moet schriftelijk worden ingesteld binnen dertig dagen nadat het besluit schriftelijk ter kennis van de belanghebbende is gebracht. 2. Tijdens de behandeling voor een commissie van beroep loopt geen verjaring met betrekking tot rechtsvorderingen ter zake van besluiten die aan het oordeel van de commissie zijn onderworpen.
Artikel 51
1. Een commissie van beroep bestaat uit vijf leden en vijf plaatsvervangende leden, waarvan twee leden en twee plaatsvervangende leden worden gekozen door de schoolbesturen en twee leden en twee plaatsvervangende leden door het personeel van de scholen waarover de commissie haar werkkring uitstrekt. Deze vier leden kiezen het vijfde lid, tevens voorzitter, en diens plaatsvervanger. 2. De leden en de plaatsvervangende leden mogen niet zitting hebben in het schoolbestuur, noch deel uitmaken van het personeel van de scholen waarover de commissie haar werkkring uitstrekt. 3. Indien het schoolbestuur twee of meer scholen voor voortgezet onderwijs of ander onderwijs in stand houdt, wordt voor deze scholen één commissie van beroep ingesteld. 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de instelling, de samenstelling en de werkwijze van de commissie van beroep.
AFDELING II
Niet uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs
Artikel 52
1. Voortgezet onderwijs mag slechts worden gegeven door hem die in het bezit is van een bij of krachtens landsverordening aangewezen bewijs van bekwaamheid of enig ander bewijs waaruit blijkt, dat hij voldoende geschikt is voor het door hem te geven onderwijs. 2. Met betrekking tot het niet uit de openbare kas bekostigd voortgezet onderwijs zijn de artikelen 30, 31, 35, eerste lid, onderdelen c en d, en 40 mede van toepassing.
Artikel 53
1. De Minister kan de school die ten aanzien van de duur van de cursus, het leerplan en de bevoegdheden van de leraren overeenkomt met een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voor beroepsonderwijs, als bedoeld in artikel 32, eerste en tweede lid, aanwijzen als bevoegd om aan de leerlingen op grond van het met gunstig gevolg afleggen van een eindexamen aan de school het diploma uit te reiken, bedoeld in het vierde lid van dat artikel. 2. Artikel 32, derde en vijfde lid, is op dit eindexamen van toepassing.
17
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 54
De aanwijzing geschiedt op een daartoe tot de Minister gericht verzoek van het schoolbestuur. Bij het verzoek worden overgelegd: a. het leerplan van de school; b. een opgave van de bewijzen van bekwaamheid en van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding van de leraren; c. de statuten en het reglement van de stichting, vereniging of instelling die de school in stand houdt.
Artikel 55
1. Het leerplan van een ingevolge artikel 53 aangewezen school voldoet ten minste aan de voorschriften van artikel 21. 2. Bij wijziging van het leerplan doet het schoolbestuur daarvan onmiddellijk mededeling aan de inspecteur. 3. De Minister kan ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan de school goedkeuren, dat wordt afgeweken van het eerste lid. 4. De naam van de school duidt aan, met welke van de uit de openbare kas bekostigde scholen zij overeenkomt. 5. De voorwaarden voor de toelating tot de school zijn ten minste gelijk aan die, vastgesteld krachtens artikel 29. 6. De artikelen 35 en 40 zijn van toepassing.
Artikel 56
De Minister kan bij met redenen omklede beschikking de aanwijzing intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de artikelen 53 en 55 of indien van misbruik van de verleende aanwijzing is gebleken.
AFDELING III
Landsexamens
Artikel 57
1. Jaarlijks wordt gelegenheid gegeven om door het met gunstig gevolg afleggen van een landsexamen voor een door de Minister in te stellen commissie een akte van bekwaamheid of een diploma te verkrijgen, overeenkomende met een akte van bekwaamheid of een diploma van een school, als bedoeld in artikel 32, eerste lid. 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald, welke andere diploma’s kunnen worden verkregen door het met gunstig gevolg afleggen van een landsexamen voor een door de Minister in te stellen commissie. 3. De landsexamens zijn openbaar, behoudens het schriftelijke gedeelte. 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere voorschriften gegeven voor de in dit artikel bedoelde examens, die niet voor alle kandidaten dezelfde vakken behoeven te omvatten. Daarbij kan worden bepaald het bedrag dat voor de toelating tot deze examens verschuldigd is.
18
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
TITEL III
Aanvang, wijze en beëindiging der bekostiging
Artikel 58
Deze titel is mede van toepassing op de afdelingen en cursussen, verbonden aan de scholen, en op afzonderlijke cursussen.
HOOFDSTUK I
Aanvang der bekostiging
Artikel 59
De stichting van een openbare school geschiedt bij landsbesluit, de directeur van de Directie Onderwijs gehoord.
Artikel 60
1. Een verzoek om bekostiging uit de openbare kas van een bijzondere school wordt ingediend bij de Minister. 2. Het verzoek kan slechts worden gedaan door een stichting of een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of instelling, als bedoeld in artikel 47. Het verzoek is met redenen omkleed, vermeldt de aard, de omvang en de plaats van vestiging van de school en gaat vergezeld van een prognose omtrent het te verwachten aantal leerlingen en van een voorlopige begroting van inkomsten en uitgaven.
Artikel 61
Bij landsbesluit kan een bijzondere school voor bekostiging uit de openbare kas in aanmerking worden gebracht, indien de behoefte aan die school voldoende is gebleken en de nodige gelden ter beschikking staan.
Artikel 62
1. Binnen zes maanden na ontvangst van een verzoek als bedoeld in artikel 60, wordt bij landsbesluit, de directeur van de Directie Onderwijs gehoord, daarop een beslissing genomen. 2. De aanvrager wordt in kennis gesteld van het landsbesluit. Bij inwilliging van het verzoek vermeldt het besluit de datum waarop de bekostiging uit de openbare kas zal ingaan. 3. Een afwijzing van het verzoek is met redenen omkleed.
Artikel 63 (vervallen)
Artikel 64 (vervallen)
19
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
HOOFDSTUK II
Wijze der bekostiging
§1 Algemene bepalingen
Artikel 65
1. De kosten van de bijzondere scholen, bedoeld in afdeling I van titel II, worden door het Land vergoed met inachtneming van de artikelen 66 tot en met 94. 2. Aan bijzondere scholen als bedoeld in het eerste lid, wordt geen vergoeding toegekend dan krachtens de bepalingen van deze landsverordening. 3. Het schoolbestuur dient vóór 15 februari van het lopende dienstjaar een verzoek om vergoeding van de geraamde kosten voor het komende dienstjaar in bij de Minister. Het verzoek is met redenen omkleed en gaat vergezeld van een prognose omtrent het te verwachten aantal leerlingen en van een voorlopige begroting van kosten, middelen en investeringen voor het komende dienstjaar.
Artikel 66
De kosten der scholen zijn: a. de salarissen, waaronder worden verstaan de kosten van de salaris- sen en toelagen, bedoeld in artikel 38, de uitkeringen en vergoedingen waarop de rectoren, de directeuren, de leraren en het overige personeel, bedoeld in artikel 38, aanspraak hebben, de bijdragen tot hun pensioen en tot dat van hun weduwen en wezen, alsmede van de voor hen wettelijk verschuldigde premies; b. de stichtingskosten, waaronder worden verstaan de kosten van het aankopen, stichten, verbouwen, herbouwen en uitbreiden van de schoolgebouwen, met inbegrip van de kosten ter verkrijging van de grond, die van de verandering van inrichting dier gebouwen, van het herstellen daarvan voor zover dit niet het gewone onderhoud betreft, alsmede de kosten van het aankopen, van eerste aanleg en van verandering van aanleg van de voor het onderwijs bestemde terreinen; c. de huren, waaronder worden verstaan de kosten van het huren of van de vergoedingen voor het gebruik van de schoolgebouwen, lokalen en terreinen, alsmede de kosten van erfpacht of enig ander beperkt recht; d. de inrichtingskosten, waaronder worden verstaan de kosten van het aanschaffen van schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen en schoolbehoeften, voor zover die aanschaffing niet strekt ter vervanging van leer- en hulpmiddelen die ten gevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door verbruik; e. de exploitatiekosten, waaronder worden verstaan: 1°. de kosten van het onderhoud en van het verzekeren van de schoolgebouwen, lokalen en terreinen en van de daarop rustende lasten; 2°. de kosten van het schoonhouden van de schoolgebouwen of lokalen, alsmede die van het gebruik van elektrische energie, gas en water; 3°. de kosten van het onderhoud van de schoolmeubelen en de leer- en hulpmiddelen; 4°. de kosten van het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen en
20
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
schoolbehoeften, voor zover die aanschaffing strekt ter vervanging van leer- en hulpmiddelen, die ten gevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door verbruik; 5°. de administratiekosten; 6°. de kosten van de oudercommissies; 7°. de andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onderwijs.
Artikel 67
Voor zover de wijze van berekening der vergoeding ten behoeve van de bijzondere scholen in de volgende artikelen niet nader is geregeld, omvat de vergoeding het bedrag dier kosten, voor zover de Minister daaraan zijn goedkeuring heeft gehecht.
§2 Stichtings- en inrichtingskosten
Artikel 68
1. De vergoeding van de stichtings- en inrichtingskosten van een bijzondere school omvat het bedrag van de kosten waarvan de Minister bij de goedkeuring, bedoeld in het tweede lid, heeft bepaald, dat zij voor vergoeding in aanmerking komen. 2. De plannen en begrotingen betreffende de gebouwen en de terreinen zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Minister.
Artikel 69
1. Indien de gebouwen en terreinen om niet zijn verkregen of uit eigen middelen zijn bekostigd, stelt de Minister ter bepaling van de kosten de waarde vast die zij op de dag van ingebruikneming of, indien de school op een later tijdstip in het genot van de vergoeding is gesteld, op de dag van ingang van de vergoeding hadden. Deze waardevaststelling blijft achterwege, indien de kosten van de gebouwen en de terreinen naar het oordeel van de Minister niet voor vergoeding in aanmerking komen. 2. Ingeval de gebouwen en terreinen, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister een grotere omvang hebben dan voor een overeenkomstige openbare school nodig zou zijn, wordt bij de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde waarde slechts rekening gehouden met het gedeelte van de gebouwen en terreinen dat voor een zodanige openbare school wordt vereist. 3. Indien het schoolbestuur zich met de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, niet kan verenigen, wordt de waarde van de gebouwen en de terreinen geschat.
Artikel 70
1. De schatting, bedoeld in artikel 69, derde lid, geschiedt door drie deskundigen, van wie één wordt benoemd door de Minister, één door het schoolbestuur en de derde door de twee benoemde deskundigen. De kosten van de schatting komen ten laste van het Land. 2. De drie deskundigen bepalen het bedrag der waarde, waarna zij de akte van taxatie zo spoedig mogelijk aan de Minister en een afschrift ervan aan het schoolbestuur zenden. Indien de drie deskundigen niet eenstemmig zijn in de bepaling van het bedrag, in dier voege dat
21
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
er een meerderheid en een minderheid bestaan, wordt de waarde vastgesteld op het door de meerderheid geschatte bedrag. Indien ieder der drie deskundigen een verschillend bedrag aangeeft, wordt de waarde bepaald op het bedrag dat noch het hoogste, noch het laagste is.
Artikel 71
Indien naar het oordeel van de Minister het vastgestelde of geschatte bedrag van een gebouw of terrein hoger is dan het bedrag dat voor de stichting van een overeenkomstige openbare school nodig zou zijn, wordt voor de berekening van de vergoeding in de kosten van dat gebouw of dat terrein het laatstbedoelde bedrag door hem in aanmerking genomen.
Artikel 72
Bij de toepassing van de artikelen 69 tot en met 71 omvat de vergoeding het bedrag van de ingevolge die artikelen vastgestelde waarde.
Artikel 73
Geen vergoeding wordt toegekend, indien een gebouw of een terrein naar het oordeel van de Minister niet geschikt is voor zijn bestemming.
Artikel 74
1. De Minister kan, de directeur van de Directie Onderwijs gehoord, een bestaand gebouw geheel of ten dele, al of niet verbouwd als schoolgebouw ter beschikking stellen van het schoolbestuur. 2. De Minister en het schoolbestuur kunnen overeenkomen, dat nieuwbouw vanwege het Land geschiedt.
Artikel 75
De Minister kan, de directeur van de Directie Onderwijs gehoord, regelen vaststellen voor het toekennen van een vergoeding voor de kosten van tijdelijke voorziening in gebouwen of terreinen.
§3 Exploitatiekosten
Artikel 76
1. Ter berekening van de vergoeding van de exploitatiekosten stelt de Minister, na overleg met de directeur van de Directie Onderwijs en de schoolbesturen, om de drie jaren voor elke soort van scholen vast: a. bedragen per lokaal ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 66, onderdeel e, sub 1 en 2; b. een bedrag per leerling ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 66, onderdeel e, sub 3 tot en met 7. 2. Bij de vaststelling van de bedragen per lokaal wordt onderscheid gemaakt tussen de theorielokalen, de verschillende soorten van vaklokalen en de overdekte speelplaatsen. 3. Bij landsbesluit kunnen de ingevolge het eerste lid vastgestelde bedragen indien deze te hoog of te laag bevonden worden, verlaagd of verhoogd worden.
22
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 77
1. De vergoeding van de exploitatiekosten van een bijzondere school omvat het bedrag van de werkelijk gedane uitgaven voor de kosten, bedoeld in artikel 66, onderdeel e, tot ten hoogste: a. het bedrag per lokaal, bedoeld in artikel 76, vermenigvuldigd met het aantal voor de school in gebruik zijnde lokalen; b. het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 76, vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal leerlingen. 2. Indien een lokaal slechts gedurende een deel van het jaar – ongeacht de vakanties – in gebruik is, wordt het voor dat lokaal vast te stellen bedrag naar evenredigheid verminderd. 3. Bij de berekening van het gemiddeld aantal leerlingen worden tot grondslag genomen de aantallen leerlingen die op 1 maart, 1 juni, 1 september en 1 december van het desbetreffende jaar als werkelijk schoolgaand bekend stonden. Een leerling wordt geacht als werkelijk schoolgaand bekend te staan, indien hij, afwezigheid wegens ziekte niet medegerekend, de aan de teldatum voorafgaande drie maanden gedurende ten minste 60 procent van de schooltijd aanwezig is geweest.
Artikel 78
Indien bijzondere omstandigheden naar het oordeel van de Minister daartoe aanleiding geven, kunnen de bedragen per lokaal en per leerling of een van beide telkens voor de duur van een jaar worden verhoogd.
Artikel 79
Indien een schoolbestuur meer dan een school voor voortgezet onderwijs of voor basisonderwijs in stand houdt, kunnen de bedragen van de vergoeding van de exploitatiekosten, toegekend voor elk van die scholen afzonderlijk, worden besteed ten behoeve van de exploitatie van die scholen gezamenlijk.
Artikel 80
1. Wanneer in een kalenderjaar de werkelijke uitgaven voor de exploitatie van de door een schoolbestuur in stand gehouden scholen het totaal van de vergoedingen voor de exploitatie van die scholen overschrijden, mag het schoolbestuur het verschil tot ten hoogste 20 procent bestrijden uit de vergoedingen over het volgende kalenderjaar. 2. Wanneer in een kalenderjaar de werkelijke uitgaven voor de exploitatie van de door een schoolbestuur in stand gehouden scholen minder bedragen dan het maximum van de vergoedingen, mag het schoolbestuur het verschil tot ten hoogste 20 procent besteden voor de exploitatie in het volgende kalenderjaar.
Artikel 81
Deze paragraaf is niet van toepassing op de scholen voor beroepsonderwijs, met uitzondering van de scholen voor economisch, toeristisch en administratief onderwijs, de scholen voor middelbaar administratief onderwijs, de opleidingsscholen voor kleuterleidsters, de opleidingsscholen voor onderwijzers en de opleidingsscholen voor leraren bij het voortgezet onderwijs.
23
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
§4 Vaststelling en uitkering der vergoedingen
Artikel 82
1. Het bedrag van de vergoeding waarop het schoolbestuur over het afgelopen kalenderjaar aanspraak heeft, stelt de Minister vast na aftrek van: a. de inkomsten die het schoolbestuur geniet uit verhaal van de wettelijke verschuldigde bijdragen en premies; b. de door de Minister vast te stellen waarde van de roerende zaken die door vervreemding of op andere wijze worden onttrokken aan de bestemming waartoe zij met de vergoeding zijn aangeschaft; c. de opbrengst van werkstukken en van verrichte diensten. 2. Indien het schoolbestuur zich met de vaststelling van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, niet kan verenigen, wordt de daarbedoelde waarde geschat. Op de schatting is artikel 70 van toepassing.
Artikel 83
Van het besluit tot vaststelling, tot weigering of tot gehele of gedeeltelijke inhouding van de vergoeding zendt de Minister binnen veertien dagen afschrift aan het schoolbestuur.
Artikel 84
De uitkering van de vergoeding geschiedt bij voorschot volgens door de Minister vast te stellen regelen. Daarbij worden tevens voorschriften gegeven voor de verrekening van de uitgekeerde voorschotten met het bedrag van de vastgestelde vergoeding.
§ 5 Overige bepalingen
Artikel 85
1. Het schoolbestuur houdt volgens door de Minister te stellen regelen op zodanige wijze boek van zijn inkomsten en uitgaven, dat daaruit blijkt, dat de vergoedingen ten behoeve van het onderwijs wor- den gebruikt. 2. Desverlangd worden aan de door de Minister aangewezen ambtenaren boeken, bescheiden en andere gegevensdragers ter raadpleging gegeven. Het schoolbestuur is gehouden deze boeken, bescheiden en andere gegevensdragers tien jaren te bewaren. 3. Het schoolbestuur dat een vergoeding van kosten heeft verkre- gen in enig dienstjaar, verstrekt vóór 15 februari van het daaropvolgende dienstjaar aan de Minister een schriftelijke verantwoording inzake de besteding van de verkregen gelden. Van deze verstrekking wordt mededeling gedaan aan de minister van Financiën en de directeur van de Directie Financiën. 4. Indien het schoolbestuur de schriftelijke verantwoording, bedoeld in het derde lid, niet verstrekt, houdt de directeur van de Directie Financiën de gehele of gedeeltelijke uitkering van de vergoeding bij voorschot, indien deze voor het daaropvolgende dienstjaar is toegekend, aan totdat het schoolbestuur aan de verplichting, bedoeld in het derde lid, heeft voldaan.
24
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
Artikel 86
1. De stichting, vereniging of instelling kan het bestuur van de school slechts overdragen bij notariële akte. Bij deze akte verbindt de overdragende stichting, vereniging of instelling zich tevens tot de overdracht van de schoolgebouwen, de inventaris en de terreinen ten behoeve waarvan vergoeding wordt genoten, en die haar eigendom zijn en wordt bepaald, dat de verkrijgende stichting, vereniging of instelling de rector of de directeur, de leraren en het overige personeel, bedoeld in artikel 38, met ingang van de dag waarop het nieuwe schoolbestuur als zodanig optreedt, in gelijke betrekkingen aan de school be- noemt, als door hen aan die school werden vervuld. Deze akte geldt tevens als de akte van levering, bedoeld in artikel 89 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De verkrijgende stichting, vereniging of instelling treedt tegenover het Land in alle uit deze landsverordening voortvloeiende rechten en verplichtingen van haar rechtsvoorgangster. 2. De Minister kan van de verplichting tot eigendomsoverdracht van de schoolgebouwen, de inventaris en de terreinen ontheffing verlenen. 3. Onverminderd de voorgaande leden is het zonder toestemming van de Minister vervreemden of aan enig beperkt recht onderwerpen van gebouwen, terreinen en roerende zaken, ten behoeve waarvan vergoeding wordt genoten, nietig. De akten van overdracht van schoolgebouwen en terreinen die na overdracht voor onderwijs bestemd blijven, zijn, voor zover zij aan registratierecht en overdrachtsbelasting zijn onderworpen, hiervan vrijgesteld.
Artikel 87
1. Indien aan gebouwen, terreinen en roerende zaken ten behoeve waarvan vergoeding wordt genoten, door schuld of nalatigheid van de stichting, vereniging of instelling die de school in stand houdt, schade wordt toegebracht, worden de kosten van herstel niet door het Land vergoed. 2. Indien schade, toegebracht aan gebouwen, terreinen of roerende zaken van scholen, voor vergoeding in aanmerking komt, treedt het Land in alle rechten die het schoolbestuur ter zake van die schade tegen derden mocht hebben.
Artikel 88
1. Indien blijkt dat gebouwen, terreinen of roerende zaken ten behoeve waarvan vergoeding wordt genoten, niet behoorlijk worden onderhouden, of niet overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt, kan de Minister bepalen, dat de vergoeding van de exploitatiekosten geheel of gedeeltelijk wordt ingehouden, totdat het schoolbestuur terzake de nodige voorzieningen zal hebben getroffen. 2. De vergoeding van de exploitatiekosten kan eveneens geheel of gedeeltelijk worden ingehouden, indien het schoolbestuur de gebouwen, terreinen of roerende zaken geregeld gebruikt of doet gebruiken voor doeleinden waarvoor niet ingevolge deze landsverordening vergoeding wordt genoten, tenzij dit geschiedt met toestemming van de Minister.
Artikel 89
1. Indien gebouwen, terreinen of roerende zaken van scholen ten behoeve waarvan een vergoeding in de stichtingskosten of inrichtings-
25
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
kosten is of wordt genoten, geheel of gedeeltelijk aan hun bestemming worden onttrokken of met toestemming van de Minister worden vervreemd, anders dan bedoeld in artikel 86, eerste lid, dan wel indien de bekostiging wordt beëindigd, is de stichting, vereniging of instelling aan het Land een bedrag verschuldigd. Het schoolbestuur kan, buiten het geval van vervreemding, in plaats van betaling van dit bedrag de eigendom van die gebouwen, terreinen of roerende zaken binnen vier maanden aan het Land overdragen. 2. De Minister stelt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, vast op de grondslag van de waarde van de gebouwen, terreinen of roerende zaken en de door het schoolbestuur daarvoor ontvangen vergoedingen en uit eigen middelen bestede gelden. 3. Bij overdracht van de eigendom van gebouwen, terreinen of roerende zaken ingevolge het eerste lid vergoedt het Land, indien gedeelten van de gebouwen, terreinen of roerende zaken uit eigen middelen zijn bekostigd en hiervoor geen vergoeding werd genoten, een door de Minister te bepalen waarde. 4. De schattingsprocedure als bedoeld in artikel 70 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 90
Artikel 89 is niet van toepassing, indien en voor zover de Minister heeft goedgekeurd, dat gebouwen, terreinen of roerende zaken worden bestemd voor ander onderwijs, dan wel worden gebruikt voor andere culturele of maatschappelijke doeleinden.
Artikel 91
Het schoolbestuur geeft de Minister en de directeur van de Directie Onderwijs alle inlichtingen die deze voor de toepassing van dit hoofdstuk verlangen.
Artikel 92
1. Indien het schoolbestuur de bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften niet nakomt, kan de Minister bepalen, dat de vergoeding geheel of gedeeltelijk wordt ingehouden. 2. De Minister kent de vergoeding wederom toe, indien hem blijkt, dat de reden voor de toepassing van het eerste lid is vervallen.
Artikel 93 (vervallen)
Artikel 94
1. De Minister kan voorschriften geven omtrent de uitvoering van dit hoofdstuk. 2. Ten behoeve van een scholengemeenschap kan de Minister afwijken van dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK III
Beëindiging der bekostiging
Artikel 95
1. Bij landsbesluit, de directeur van de Directie Onderwijs en de
26
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
ouders, voogden en verzorgers gehoord, wordt bepaald dat een openbare school wordt opgeheven en de aanspraak op bekostiging ten behoeve van een bijzondere school verloren gaat, indien zij niet langer in een behoefte voorziet. 2. Indien het een bijzondere school betreft wordt het schoolbestuur in kennis gesteld van het landsbesluit, dat met redenen is omkleed.
Artikel 96 (vervallen)
TITEL IV
Toezicht
Artikel 97
Het toezicht op het voortgezet onderwijs is opgedragen aan de Minister. Het wordt onder zijn bevelen uitgeoefend door de directeur van de Directie Onderwijs en door inspecteurs.
Artikel 98 (vervallen)
Artikel 99
1. De directeur van de Directie Onderwijs en de inspecteurs zorgen door bezoek aan de scholen voortdurend bekend te blijven met de toestand van het voortgezet onderwijs. 2. Zij trachten de bloei van het voortgezet onderwijs te bevorderen door overleg met de besturen en het personeel van de openbare en bijzondere school.
Artikel 100
1. De directeur van de Directie Onderwijs, de inspecteurs en de Minister zien toe, dat de bepalingen van deze landsverordening en van haar uitvoeringsvoorschriften worden nageleefd. Zij hebben steeds toegang tot de scholen. 2. De schoolbesturen, de rectoren en directeuren der scholen en de leraren zijn gehouden aan hen alle inlichtingen te geven omtrent de school en het onderwijs die zij verlangen.
Artikel 101 (vervallen)
TITEL V
Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 102
Deze landsverordening kan worden aangehaald als Landsverordening voortgezet onderwijs.
Artikel 103
Deze landsverordening is niet van toepassing op:
27
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
a. opleidingen ter vergroting der vakbekwaamheid die uitsluitend worden gegeven binnen overheids- of semioverheidsdiensten en- bedrijven ten behoeve van het eigen personeel; b. andere bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen leergangen of cursussen voor beroepsonderwijs.
Artikel 104
Bij twijfel of deze landsverordening op een of meer inrichtingen van onderwijs van toepassing is, wordt hieromtrent beslist bij landsbesluit, de Raad van Advies gehoord.
Artikelen 105 en 106 (vervallen)
Artikel 107
Als bevoegd tot het geven van voortgezet onderwijs wordt tevens aangemerkt hij die tot aan de inwerkingtreding van deze landsverordening onderwijs heeft gegeven in een vak waarvoor hij niet beschikt over een daartoe in de bijlage van deze landsverordening genoemd bewijs van bekwaamheid, indien hij ingevolge de tot bedoelde inwerkingtreding geldende voorschriften als daartoe bevoegd is aangemerkt. Deze bevoegdheid blijft behouden voor de soort van scholen waartoe de school waaraan hij tot dan was verbonden, ingevolge artikel 105 gaat behoren.
Artikel 108
Tot een bij landsbesluit te bepalen datum wordt gelegenheid gegeven examens af te leggen ter verkrijging van de akten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs in de vakken Nederlandse taal, Franse taal, Duitse taal, Engelse taal, Spaanse taal, Papiamentse taal, wiskunde, handelskennis, scheikunde, natuurkunde, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer, tekenen, handenarbeid, vrouwelijke handwerken, huishoudkunde en lichamelijke oefening.
Artikelen 109 tot en met 112 (vervallen)
28
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
BIJLAGE bedoeld in artikel 36 van de Landsverordening voortgezet onderwijs. Codering van de soorten van onderwijs (gebruikt in de kolommen IV en V van de bijlage).
1. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (klassen 2 t/m 6) en hoger algemeen voortgezet onderwijs (klassen 4 en 5). 2. Hoger algemeen voortgezet onderwijs (klassen 1 t/m 3) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (klasse 1). 3. Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. 4. Economisch, toeristisch en administratief onderwijs. 5. Lager technisch onderwijs. 6. Lager huishoud- en nijverheidsonderwijs. 7. Middelbaar huishoud- en nijverheidsonderwijs. 8. Middelbaar technisch onderwijs. 9. Middelbaar administratief onderwijs. 10. Middelbaar agogische arbeid. 11. Opleiding kleuterleidsters. 12. Opleiding onderwijzers. 13. Opleiding leraren en leraressen (N-akte). 14. Hoger technisch onderwijs. 15. Opleiding leraren algemeen voortgezet onderwijs.
Algemene opmerkingen
I. De bezitter van een bewijs van bekwaamheid genoemd onder 1 tot en met 38, dient tevens in het bezit te zijn van het desbetreffend bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding, indien dit is vereist ingevolge de op 31 augustus 1968 geldende voorschriften.

I II III IV Nr. bewijzen van bekwaamheid vakken soorten van onderwijs
29
V Opmerkingen
Grieks, 1 getuigschrift van met goed gevolg afgelegd Latijn, oude geschiedenis 1 t/m 15
doctoraal examen klassieke taal en letterkunde

2 Idem Nederlandse taal en letterkunde Nederlands 1 t/m 15 Geschiedenis 1 t/m 15 Indien geschiedenis een vak van het kan- didaatsexamen of bijvak bij het doctoraal examen is geweest
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
I II III IV Nr. bewijzen van bekwaamheid vakken soorten van onderwijs
30
V Opmerkingen
3 Idem Romaanse taal en letterkunde FransSpaans 1 t/m 151 t/m 15 hoofdvak bij het doctoraal examen Frans hoofdvak bij het doctoraal examen Spaans
4 Idem Germaanse taal en letterkunde Duits 1 t/m 15 hoofdvak bij het doctoraal examen Duits Engels 1 t/m 15 hoofdvak bij het doctoraal examen Engels
5 Idem geschiedenis geschiedenis en staatsinrichting 1 t/m 15 aardrijkskunde 1 t/m 15 Indien de natuurkundige aardrijkskunde deel heeft uitgemaakt van het kandidaats- examen en tevens de sociale aard- rijkskunde deel heeft uitgemaakt van het kandidaats- en van het doctoraal examen
6 Idem culturele antropologie aardrijkskunde 1 t/m 15 Indien de kandidaatsexamen in sociale aardrijkskunde is afgelegd en dit vak bovendien voor het doctoraal examen is gekozen
7 Idem natuurkundige antropologie aardrijkskunde 1 t/m 15 Indien volkenkunde deel heeft uitgemaakt hetzij van het kandidaats-, hetzij van het doctoraal examen
8 Idem sociale aardrijkskunde aardrijkskunde 1 t/m 15 economie 1 t/m 15 Indien staathuishoudkunde deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
9 idem biologie biologie (met inbegrip van kennis der na- 1 t/m 15 tuur) 10 idem wis- en natuurkunde of wiskunde en na- aardkunde
tuurwetenschappen farmacie
wiskunde
natuurkunde
scheikunde
sterrenkunde
mechanica
indien hoofd- of bijvak van het doctoraal examen indien hoofd- of bijvak van het doctoraal examen indien hoofd- of bijvak van het doctoraal examen indien hoofd- of bijvak van het doctoraal examen indien hoofd- of bijvak van het doctoraal examen indien sterrenkunde deel heeft uitgemaakt hetzij van het kandidaats-, hetzij van het doctoraal examen Indien mechanica, wiskunde, sterrenkunde of natuurkunde deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
11 idem economische wetenschappen economische wetenschappen economiehandelswetenschappen handelskennis recht
staatsinrichting
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15 1 t/m 151 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15
1 t/m 15
indien handelsrecht deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen indien staatsinrichting deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
I II III IV Nr. bewijzen van bekwaamheid vakken soorten van onderwijs
31
V Opmerkingen
12 idem prehistorie aardrijkskunde 1 t/m 15 indien de natuurkundige of de sociale aardrijkskunde deel heeft uitgemaakt van het kandidaats- en het doctoraal
13 idem Arubaans recht, Antilliaans recht of recht Nederlands recht staatsinrichting economie
1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 indien dit vak deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
14 idem muziekwetenschappen muziek 1 t/m 15
15 idem letteren en wijsbegeerte of letteren Hebreeuws 1 t/m 15 indien hoofd- of bijvak Hebreeuws
16 idem godgeleerdheid of theologie Hebreeuws
Bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het Christendom
indien de uitlegging van de geschriften van het Oude Testament deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
17 idem actuariële wetenschappen Wiskunde 1 t/m 15
18 idem psychologie psychologie
opvoedkunde en algemene didactiek
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15 indien opvoedkunde deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
19 idem opvoedkunde opvoedkunde en algemene didactiek
psychologie
filosofie
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
indien kandidaatsexamen psychologie
indien kandidaatsexamen filosofie
20 idem filosofie of wijsbegeerte opvoedkunde en algemene didactiek
filosofie
indien opvoedkunde deel heeft uitgemaakt van het doctoraal examen
21 idem geneeskunde gezondheidsleer, fysiologie en anatomie 1 t/m 15
22 idem dierengeneeskunde gezondheidsleer, fysiologie en anatomie 1 t/m 15
23 idem vrije studierichting in de aardrijks- aardrijkskunde 1 t/m 15 indien behaald voor 1-9-1952 kunde 24 diploma van arts gezondheidsleer, fysiologie, anatomie, 1 t/m 15 e.h.b.o. en verbandleer 25 een ander ingevolge het academisch statuut (Stb. 1963, 380) aan een Nederlandse universiteit of economische hogeschool verkregen getuigschrift van met goed gevolg afgelegd doctoraal examen
1 t/m 15
1 t/m 15
de vakken, waarbij ingevolge dit statuut 1 t/m 15 onderwijsbevoegdheid is toegekend 26 getuigschrift van met goed gevolg afgelegd beschrijvende meetkunde, stereometrie en 5 t/m 15 voor 1 t/m 11: bovendien vaktekenen en doctoraal examen bouwkundig ingenieur handtekenen construeren en de theoretisch-technische
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
I II III IV Nr. bewijzen van bekwaamheid vakken soorten van onderwijs
32
V Opmerkingen
vakken in de vakrichting van het getuigschrift, indien de bezitter na het behalen van het getuigschrift ten minste 3 jaren als ingenieur werkzaam is geweest in de vakrichting van het getuigschrift e.e.a. ten genoegen van de minister wiskunde 2 t/m 8, 11 en 12 natuurkunde en mechanica
3 t/m 5 en 8
27 idem civiel ingenieur wiskunde en mechanica
idem
natuurkunde
28 idem electronisch ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15 idem
29 idem geodetisch ingenieur wiskunde en sterrenkunde
natuurkunde en mechanica
1 t/m 15
2 t/m 8, 11 en 12
idem
30 idem metaalkundig ingenieur wiskunde, natuurkunde, mechanica en schei- 1 t/m 15 idem kunde 31 idem mijnbouwkundig ingenieur aardkunde/delfstofkunde, wiskunde, natuur- 1 t/m 15 idem kunde en mechanica 32 idem natuurkundig ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15 idem
33 idem scheepsbouwkundig ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15 idem
34 idem scheikundig ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15 idem
35 idem vliegtuigbouwkundig ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15 idem
36 idem werktuigbouwkundig ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15 idem
37 idem wiskundig ingenieur wiskunde, natuurkunde en mechanica 1 t/m 15
38 idem landbouwkundig ingenieur biologie (met inbegrip van kennis der na- 1 t/m 15 indien op grond van het Landbouwhogetuur), natuurkunde, scheikunde en economie schoolstatuut onderwijsbevoegdheid in deze vakken is verkregen, een en ander met inachtneming van algemene opmerking I
39 van de Koninklijke Landmacht:
officier van de verbindingsdienst
officier van de artillerie
officier van de genie
1 t/m 15
2 t/m 8, 11 en 12
wiskunde en natuurkunde 1 t/m 8 indien opgeleid voor 1-9-1954 in een vol- 11 en 12 ledige opleiding aan de K.M.A.
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
officier van de technische dienst
40 van de Koninklijke Luchtmacht:
officier van de vliegdienst
officier van de elektronische dienst
officier van de technische dienst
33 wiskunde
wiskunde en natuurkunde
wiskunde en natuurkunde
1 t/m 8, 11 en 12 Idem
Idem
indien opgeleid voor 1-9-1954 in een volledige opleiding an de K.M.A.
Idem
Idem
41 van de Koninklijke Marine:
officier van het korps zeeofficieren en van het korps officieren-vlieger
officier van het korps zeeofficieren
officier van het korps officieren van de technische dienst en van de elektrotechnische dienst
officier van het korps van de technische dienst
wiskunde en natuurkunde
zeevaartkunde en zeemanschap
wiskunde, natuurkunde en mechanica
calorische werktuigen, werktuigbouwkundig tekenen en scheepswerktuigkunde
1 t/m 8, 11 en 12 5 t/m 8
1 t/m 8, 11 en 12 5 en 8
voor 1 en 2: indien opgeleid voor 1-9- 1954 in een volledige opleiding aan het K.I.M.
indien hij ten minste vijf jaren diensttijd als zodanig heeft vervuld
voor 1 en 2: indien opgeleid voor 1-9- 1954 in een volledige opleiding aan het K.I.M.
indien hij ten minste vijf jaren diensttijd als zodanig heeft vervuld
42 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de Nederlandse taal en letterkunde + Q (schoolakte K VII B)
Nederlands 1 t/m 15
43 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de Nederlandse taal en letterkunde + Q (schoolakte K VII)
Nederlands 1 t/m 15
44 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de Franse Taal en letterkunde + Q (schoolakte Frans m.o. B)
Frans 1 t/m 15
45 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de Engelse Taal en letterkunde + Q (schoolakte Engels m.o. B)
Engels 1 t/m 15
46 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de Duitse Taal en letterkunde + Q (schoolakte Duitse m.o. B)
Duits 1 t/m 15
47 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de wiskunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
wiskunde 1 t/m 15
48 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de wiskunde + Q (schoolakte K V)
wiskunde 1 t/m 15
49 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de natuurkunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en
wiskunde 1 t/m 15
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
didactische voorbereiding
50 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de scheikunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
34 scheikunde 1 t/m 15
51 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de wiskunde of in de natuurkunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding, met de aantekening voor onderwijsbevoegdheid voor kosmografie
sterrenkunde 1 t/m 15
52 akte van bekwaamheid tot het geven middelbaar onderwijs in de plant- en dierkunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
biologie (met inbegrip van kennis der na- 1 t/m 15 tuur) 53 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de plant- en dierkunde + Q (schoolakte K IV)
biologie (met inbegrip van kennis der na- 1 t/m 15 tuur) 54 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de geschiedenis + Q (schoolakte K VIII)
geschiedenis 1 t/m 15
55 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de aardrijkskunde + Q (schoolakte K IX)
aardrijkskunde 1 t/m 15
56 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de staatsinrichting + Q (schoolakte K XI)
staatsinrichting 1 t/m 15
57 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de staathuishoudkunde en de statistiek + Q (schoolakte K X)
economische wetenschappen I, economie 1 t/m 15 economische wetenschappen I omvat algemene economische theorie en statistiek
58 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de handelswetenschappen + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
economische wetenschappen II, handelswe- 1 t/m 15 economische wetenschappen II omvat be- tenschappen en recht, handelskennis drijfseconomie en bedrijfsadministratie
59 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in het boekhouden + Q (schoolakte K XII)
economische wetenschappen II, handelswe- 1 t/m 15 idem tenschappen en recht, handelskennis 60 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in de handelswetenschappen + Q (schoolakte K XII B)
economische wetenschappen II, handelswe- 1 t/m 15 idem tenschappen en recht, handelskennis 61 akte van bekwaamheid B tot het geven van middelbaar onderwijs in het tekenen, tevens bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
tekenen 1 t/m 8, 11 en kunstgeschiedenis 12
62 akten van bekwaamheid tot het geven van mid- voor 1: uitsluitend voor de h.a.v.o.-
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
delbaar onderwijs in het hand- en lijntekenen, tevens Q, volgens het programma, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 29- 11-1932, Stb. 566: akte MA
akten MA + MB
35
afdeling en de klassen 4 en 5 h.a.v.o. en mits het opgemerkte bij nr. 69 van toepassing is
voor 10: mits tevens in het bezit van een der bewijzen van bekwaamheid, genoemd onder nrs. 163, 164, 165, tenzij het opgemerkt bij nr. 69 van toepassing is
63 akten van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in het hand- en lijntekenen, tevens Q, volgens het programma, vastgesteld bij Koninklijk besluit van 28-5- 1936, Stb. 366: akte MA akte MA + MB
akten MA, behaald voor 1-1-1936, + akte MB
tekenen
tekenen kunstgeschiedenis
1 t/m 8 en 11
1 t/m 8 en 11 1 t/m 15
tekenen tekenen
kunstgeschiedenis tekenen
kunstgeschiedenis
1 t/m 8 en 11 1 t/m 8, 11 en 12 1 t/m 15 1 t/m 8, 11 en 12 1 t/m 15
voor 1 en 11 zie opmerking bij nr. 62
64 akte van bekwaamheid tot het geven middelbaar onderwijs in de lichamelijke oefening, tevens bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
lichamelijke oefening 1 t/m 15
65 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de lichamelijke oefening, tevens Q (schoolakte P)
lichamelijke oefening 1 t/m 15
66 akte van bekwaamheid tot het geven van schrijven 1 t/m 15 schoolonderzoek in het schoonschrijven 67 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in een levende taal, anders dan Frans, Duits of Engels + Q
de desbetreffende taal 1 t/m 15
68 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de Nederlandse taal en letterkunde + Q (schoolakte K VII A)
Nederlands 1 t/m 15 voor 1 en 10: de bezitter van een of meer van de bewijzen van bekwaamheid, genoemd onder nrs. 68 t/m 75, 78 en 161 is niet bevoegd voor het v.w.o.; voor de h.a.v.o.-afdeling, de klassen 4 en 5 h.a.v.o. en de opleidingsschool voor onderwijzers is hij slechts bevoegd, indien hij op 31 augustus 1968 als bevoegd leraar bij het kweekschoolonderzoek werkzaam was
69 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de Franse taal en letterkunde + Q (schoolakte Frans m.o. A)
Frans 1 t/m 15 idem
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
70 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de Engelse taal en letterkunde + Q (schoolakte Engels m.o. A)
36 Engels 1 t/m 15 idem
71 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de Duitse taal en letterkunde + Q (schoolakte Duits m.o. A)
Duits 1 t/m 15 idem
72 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de wiskunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
wiskunde 1 t/m 8, 11 en idem 12 73 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de wiskunde + Q (schoolakte K I)
wiskunde 1 t/m 8, 11 en voor 1 en 11 en 12: zie opm. ij nr. 68 12 74 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de natuurkunde en scheikunde + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
natuurkunde en scheikunde 1 t/m 8, 11 en voor 1 en 11 en 12: zie opm. ij nr. 68 12 75 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de natuurkunde, de scheikunde en de kosmografie + Q (schoolakte K III)
natuurkunde en scheikunde
sterrenkunde
1 t/m 8 en 15
1 t/m 15
voor 1 en 11 en 12: zie opm. ij nr. 68
voor 13 met uitzondering van de nautische opleidingen
76 akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in het boekhouden + het daarbij behorende bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
handelswetenschappen en handelskennis 3 t/m 8
77 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de handelswetenschappen + Q (schoolakte K XII A)
handelswetenschappen en handelskennis 3 t/m 8
78 akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar in het tekenen tevens bewijs van pedagogische en didactische voorbereiding
tekenen 1 t/m 8 voor 1 en 11 en 12: zie opm. bij nr. 62 11 en 12 79 N a + p.g. vervaardigen van eenvoudige onder- en bovenkleding en van huishoudgoed materialen handvaardigheid (naaldvakken) 1 t/m 15
6 en 7 1 t/m 15
80 N b + p.g. praktijk timmeren en machinale houtbewerking materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid houtbewerken
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5
81 N c + p.g. praktijk metselen 5, 8, 13 en 14 materialen- en gereedschapskennis 5 en 8
82 N d + p.g. eenvoudige handwerktechnieken, stof ver- 4 en 6
sieren en tekenen
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
handvaardigheid (handwerken) 3, 4, 6, 7, 12 voor 6: met uitzondering van de opleidingen kostuumnaaien en couture
83 N e + p.g. praktijk schilderen materialen- en gereedschapskennis vaktheorie handvaardigheid schilderen
37
5, 8, 13 , 14
5 en 8 5
84 N f + p.g. praktijk meubelmaken, fijne houtbewerking met inbegrip van machinale houtbewerking materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid houtbewerken
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5
85 N gy lichamelijke oefening aan meisjes met uit- 3, 4 en 6 zondering van onderwijs in zwemmen 86 N h + p.g. praktijk plaatwerken, vuurwerken en constructiebankwerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid metaalbewerken
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5
87 N i + p.g. praktijk elektrisch en autogeen lassen en constructie bankwerken materialen- gereedschapskennis handvaardigheid en metaalbewerken
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5
88 N j + p.g. praktijk metaalbewerken voor de werktuigbouw materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid metaalbewerken
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5
89 N k + p.g. praktijk fijnmetaalbewerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid metaalbewerken
5, 8, 13 en 14 5 en 8 5
90 N l + p.g. praktijk letterzetten materialen- en gereedschapskennis, vak- theorie en algemene grafische theorie
5, 8, 13 en 14 5 en 8
91 N m + p.g. praktijk boekdrukken materialen- en gereedschapskennis, vak- theorie en algemene grafische theorie
5, 8, 13 en 14 5 en 8
92 N o + p.g. praktijk vervaardigen damesmantels en – kostuums, heren- en kinderbovenkleding materialen- en gereedschapskennis, vak- theorie en patroontekenen
5 t/m 8 en 13
2, 5 t/m 8
93 N ph + p.g. praktijk met de handvaardigen van schoeisel materialen- en gereedschapskennis, vak- theorie, bediening stik- en afwerkmachines
5, 8, 13 en 14
5 en 8
94 N pm + p.g. praktijk machinaal vervaardigen van schoeisel materialen en gereedschapskennis, vaktheorie kennis werktuigen en machines
5, 8, 13 en 14
5 en 8
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
95 N q + p.g. dameskleermaken 6, 7 en 13 handvaardigheid (naaldvakken) 1 t/m 15
96 Nr + p.g. vervaardigen fijne lingerie en fijn huis- 6, 7 en 13 houdgoedhandvaardigheid (naaldvakken) 1 t/m 15
97 N s + p.g. handwerktechnieken, stofversieren en vervaardigen van kunstnaaldwerk handvaardigheid/handwerken
38
6, 7 en 13
1 t/m 15
98 N t + p.g. boetseren 5, 8, 11 en 13 materialen- en gereedschapskennis 5 en 8
99 N u + p.g. praktijk elektronische montage materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid metaalbewerken
5, 8, 11 en 13 5 en 8 5
100 N w + p.g. praktijk motorrijtuigherstellen materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid metaalbewerken
5, 8, 11 en 13 5 en 8 5
101 N z + p.g. praktijk fitten, koper-, lood- en zinkwerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid metaalbewerken
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5
102 N I + p.g. natuurkunde en mechanica 3 t/m 8 wiskunde 4, 5 en 6
103 N IIa + p.g. tekenen en technisch schetsen 5 en 8
104 N IIb + p.g. tekenen, lettertekenen en decoratief te- 4 t/m 8 kenen 105 N III + p.g. vaktekenen, technisch schetsen en theoretisch-technische vakken aan de afdeling timmeren, metselen en bouwkunde
5 en 8
106 N IIIa + p.g. bouwkunde, kennis van bouwstoffen, bouwkundig tekenen, beschrijvende meetkunde en perspectief
5, 8 , 13 en 14
107 N IV + p.g. vaktekenen, technisch schetsen en de theoretisch-technische vakken aan de afdelingen metaalbewerken, fijnmetaalbewerken, fijnme- chanische techniek en werktuigbouwkunde
5 en 8
108 N IVw + p.g. vaktekenen, technisch schetsen en de theoretisch-technische vakken (met inbegrip van de elektrische inrichting) aan de afdeling autoherstellen
5 en 8
109 N Ivz + p.g. vaktekenen, technisch schetsen en de theoretisch-technische vakken voor het gas- en waterfitten en het sanitairinstallatievak
5 en 8
110 N V + p.g. vaktekenen, technisch schetsen en de theo- 5 en 8
retisch-technische vakken aan de afdeling
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
elektrotechniek
111 N VI + p.g. binnenvaartkunde 5
112 N VII + p.g. zorg voor woning, voor de kleding en ge- 1 t/m 15 voor 15 met uitzondering van de vaktheo- zondheidszorg rie
113 N VIII + p.g. zorg voor de voeding 1 t/m 15 idem
114 N X + p.g. vaktekenen, technisch schetsen en de theo- 5 en 8 retisch-technische vakken in het meubelvak 115 N XI + p.g. tekenen, modetekenen en -ontwerpen kleu- 2 t/m 13 voor 13: mits tevens in het bezit van een renleer, kunst- en cultuurgeschiedenis der bewijzen van bekwaamheid, genoemd onder nrs. 163, 164 en 165

116 N XII + p.g. zorg voor de woning, voor de voeding en voor de kleding – m.u.v. de vervaardiging-, gezondheidszorg, huishoudelijk inzicht, handvaardigheid (huishoudkunde)
39
1 t/m 15 voor 15: met uitzondering van de vaktheorie

117 N VII + aanvullingsgetuigschrift + p.g. idem 1 t/m 15 voor 15: met uitzondering van de vaktheorie en de zorg voor voeding
118 N VIII + aanvullingsgetuigschrift + p.g. idem 1 t/m 15 voor 15; met uitzondering van de vaktheorie en de zorg voor de woning en de kleding

119 N XIII + p.g. scheepswerktuigbouwkunde, toegepaste mechanica, projectleer en werktuigbouwkundig tekenen natuurkunde en mechanica
5, 8, 13 en 14
5 en 8
120 N XV + p.g. zeemanschap, kaartpassen, scheepsbouwkunde, rechts- en wetskennis, meteorologie, oceanografie, theoretische en praktische radar- navigatie natuurkunde en mechanica
5, 8, 13 en 14
5 en 8
121 N XVI + p.g. zeevaartkunde en luchtnavigatie, kaarpas- sen, instrumenten voor de navigatie, sterrenkunde, meteorologie, oceanografie, theoretische radarnavigatienatuurkunde en mechanica wiskunde
5, 8, 13 en 14
5 en 8 1 t/m 15
122 N XVI + p.g. radiotechniek, radiovoorschriften en elek- triciteitsleer natuurkunde en mechanica wiskunde
5 en 8
5 en 8 1 t/m 15

123 N XVII gezondheidszorg, huishoudeconomie en zorg 1 t/m 15 voor de woning en voor de textiel 124 N XVIII gezondheidszorg, huishoudeconomie en zorg 1 t/m 15 voor de voeding 125 N XIX + p.g. landbouwhuishouden (zorg voor de woning, 1 t/m 15 voor 15 met uitzondering van de vaktheorie
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
voor de voeding en voor de kleding – m.u.v. de vervaardiging -, gezondheidszorg, huishoudelijk inzicht), handvaardigheid (huishoudkunde) 1 t/m 15
40

126 N XX + p.g. kinderverzorging en -opvoeding 1 t/m 15 handvaardigheid (handenarbeid) 2 t/m 4, 6 7 en 13 voor 13 alleen leraressenopleiding
127 N XXI + p.g. praktijk van de land- en tuinbouw vaktheorie natuurkunde, scheikunde, biologie (met inbegrip van kennis der natuur)
6, 7 en 13 6 en 7
3, 4, 6 en 7
voor 13 alleen N-akten
128 N XXII + p.g. praktijk banketbakken, vaktheorie, grondstoffen kennis, versieringsleer en model- leren
5, 8, 13 en 14
129 N XXIII + p.g. praktijk brood-banketbakken, vaktheorie, 5, 8, 13 en 14 grondstoffenkennis en gereedschapsleer 130 akte van bekwaamheid als onderwijzer als bedoeld in art. 139 lid 1 van de Onderwijs- verordening P.B 1954 No. 43
Nederlands geschiedenis en staatsinrichting aardrijkskunde rekenen natuur- en scheikunde biologie kennis der natuur
3, 4 en 6 3, 4 en 6 3, 4 en 6 4 en 6 3 en 4 3 en 4 4 en 6
idem met aantekenen r handvaardigheid 3, 4 en 6
131a akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer als bedoeld in art. 139 lid 2 van Onderwijsverordening P.B. 1954 No. 43
Nederlands geschiedenis en staatsinrichting aardrijkskunde rekenen natuur- en scheikundebiologie kennis der natuur
3 t/m 8 3 t/m 8 3 t/m 8 4 t/m 7 3 en 43 t/m 8 4 t/m 8
131b akte volledig bevoegd onderwijzer Nederlands rekenen geschiedenis en staatsinrichting
aardrijkskunde natuur- en scheikunde biologie kennis der natuur
3 t/m 8 4 t/m 7 3 t/m 8
3 t/m 8 3 3 t/m 8 4 t/m 8
opm. indien de bezitter van deze akte voor de inwerkingtreding van deze landsverordening aan een school voor mulo/mavo, e.t.a.o., l.t.s., l.n.o. of m.t.s. verbonden was
idem idem idem idem
132 akte van bekwaamheid tot het geven van lager tekenen 3 ,4 en 6 onderwijs in het vak tekenen 133 akte van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs in de lichamelijke oefening (akte j en akte s)
lichamelijke oefening 3, 4, 5 en 7
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
134 akte van bekwaamheid tot het geven van lager Frans 3 t/m 8 onderwijs in de Franse taal (akte l) 135 akte van bekwaamheid tot het geven van lager Duits idem onderwijs in de Duitse taal (akte m) 136 akte van bekwaamheid tot het geven van lager Engels idem onderwijs in de Engelse taal (akte n) 137 akte van bekwaamheid tot het geven van lager wiskunde idem onderwijs in de wiskunde (akte o) 138 akte van bekwaamheid tot het geven van lager handelskennis idem onderwijs in de handelskennis (akte p) 139 akte van bekwaamheid tot het geven van lager handvaardigheid (handenarbeid) 3, 4 en 7 onderwijs in de handenarbeid (akte r) 140 akte van bekwaamheid tot het geven van lager landbouwkunde onderwijs in de landbouwkunde (akte s) scheikunde, natuurkunde en biologie (met inbegrip van kennis der natuur)
41
6 en 7 3, 4, 5, 6 en 7
141 akte van bekwaamheid tot het geven van lager tuinbouwkunde onderwijs in de tuinbouwkunde (akte t) scheikunde, natuurkunde en biologie (met inbegrip van kennis der natuur)
6 en 7 3, 4, 5, 6 en 7
142 akte van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs in de vrouwelijke handwerken (akte u)
handvaardigheid (handwerken) 3, 4, 6 en 12
143 akte van bekwaamheid tot het geven van lager handvaardigheid (huishoudkunde) 3, 4 en 6 onderwijs in de huishoudkunde (akte v) 144 akte van bekwaamheid tot het geven van lager Spaans 3 t/m 8 onderwijs in de Spaanse taal (akte x) 145 idem akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in het boekhouden (K XII), als bedoeld in de ordonnantie van 16- 4-1932 (SNI nr. 170)
als K XII boekhouden (zie nummer 59)
146 idem akte van bekwaamheid, bevoegdheid verlenende tot het geven van huis- en schoolonderwijs in stenografie en typen, waarvoor het examen-programma is vastgesteld bij besluit van de Directeur van Onderwijs en Eeredienst van 3-4-1939 nr. 95448
stenografie en machineschrijven 1 t/m 11
147 idem diploma voor leraar in stenografie, ondertekend door de gedelegeerde, aangewezen door de Directeur van Onderwijs en Eeredienst voor het houden van toezicht op de examens ter verkrijging van het diploma
stenografie 1 t/m 8
148 idem diploma voor leraar in het machineschrijven, ondertekend door de gedelegeerde aangewezen door de Directeur van Onderwijs en Eeredienst voor het houden van toezicht
machineschrijven 1 t/m 11
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
op de examens ter verkrijging van het diploma
149 idem akte van bekwaamheid voor vak onderwijzer aan inrichtingen van technische en ambachtsonderwijs in: a. wiskunde natuurkunde en mechanica b. bouwkunde
beginselen van de bouwkunde, het bouwkundig tekenen en de bijbehorende materialenkennis c. bankwerken praktijk metaalbewerking, toegepast in de werktuigbouw, zowel uit de hand als mechanisch materialen en gereedschapskennis d. elektrotechnische montage en instrument instrumentenmaken en praktijk van de elek- maken trotechniek materialen- en gereedschapskennis e. timmeren praktijk timmeren materialen- en gereedschapskennis f. vuur-, plaat- en machinebankwerken
praktijk vuur-, plaat- en grofbankwerken en metaalbewerking, toegepast in de werktuigbouw, zowel uit de hand als mechanisch materialen- en gereedschapskennis
42
3 t/m 8 5 en 6
5, 8, 13 en 14
5 en 8 5, 8, 13 en 14
5 en 8 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5, 8, 13 en 14
5 en 8
150 idem nijverheidsonderwijsakte A (huishou- als akte N XII (zie nummer 116) delijke vakken) 151 idem nijverheidsonderwijsakte B (naaldvak- als akte N a (zie nummer 79) ken) 152 idem nijverheidsonderwijsakte C (kostuum- als akte N a (zie nummer 79) naaien) 153 diploma of bewijs, behaald op grond van het met gunstig gevolg afgelegd examen voor: a. derde stuurman voor de grote handels- vaart + p.g. b. tweede stuurman voor de grote handels- vaart + p.g. c. eerste stuurman voor de grote handels- vaart + p.g. d. het diploma B als scheepswerktuigkundige + p.g. e. het diploma C als scheepswerktuigkundige + p.g.
p.g. vereist voor degene, die na 31 augustus 1968 aan een school wordt verbonden
154 certificaat als scheeps-radiotelegrafist eerste klasse, afgegeven dor of namens de directeur-generaal van de P.T.T. + p.g.
praktische oefening op nautisch gebied
zeevaartkunde en zeemanschap
wiskunde
machinedrijven en montage
calorische werktuigen, werktuigbouwkundig tekenen, technisch schetsen, scheepswerktuigkunde machinedrijven en montage
5 en 8
5 en 8
5 5 en 8
5 en 8
5 en 8
radioseinen en opnemen op het gehoor, ra- 5 en 8 indien hij ten minste vijf jaren als diovoorschriften scheepsradio officier is werkzaam geweest na het behalen van het certificaat eerste klas; p.g. vereist voor degenen, die na 31 augustus 1968 aan een school wordt verbonden
155 diploma van landmeter, behaald aan de voor- malige van rijkswege gegeven landmetercursus te Wageningen, en dat van civiel-landmeter, behaald aan de technische hogeschool te
landmeten en waterpassen 5 en 8 indien hij ten minste drie jaren als zodanig is werkzaam geweest na het behalen van het diploma
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
Delft ingevolge het Koninklijk besluit van 2-8-1935 Stb. 492
156 diploma adjunct-ijker, behaald aan de tech- wiskunde, natuurkunde en mechanica 2 t/m 13 idem nische hogeschool te Delft + p.g. 157 staatsdiploma voor leraar in de stenografie, ingesteld bij Koninklijk besluit van 4-8- 1955, Stb. 366 idem, voorzien van de aantekening voor stenografie in Frans, Duits, Engels enz.
43 stenografie in Nederlands
stenografie in die vreemde taal
1 t/m 11
1 t/m 11
158 staatsdiploma voor leraar in het machine- schrijven, ingesteld bij Koninklijk besluit van 5-5-1958, Stb. 229
machineschrijven 1 t/m 11
159 staatspraktijkdiploma voor bedrijfsadmini- handelswetenschappen en handelskennis 3 t/m 8 stratie + p.g. 160 diploma van met goed gevolg afgelegd ker- kelijk examen in de Hebreeuwse taal, indien dit diploma het recht geeft om hetzij als bedienaar van de godsdienst, hetzij als godsdienstleraar op te treden
Hebreeuws 1 t/m 11
161 middelbare akte pedagogiek A, uitgereikt door de Vereniging tot bevordering van de studie der Pedagogiek of de stichting “Raad van Toezicht, Bijstand en Advies voor de studie der Pedagogiek”
opvoedkunde en algemene didactiek, psycho- 7 t/m 11 voor 9: indien tevens in het bezit van de logie akte van bekwaamheid als hoofdleidster voor 10: zie opm. bij nr. 68
162 middelbare akte pedagogiek B, uitgereikt door de Vereniging tot bevordering van de studie der Pedagogiek of de stichting “Raad van Toezicht, Bijstand en Advies voor de studie der Pedagogiek”
opvoedkunde en algemene didactiek, psycho- 1 t/m 11 logie 163 diploma voortgezette studie handenarbeid van handvaardigheid (handenarbeid) 1 t/m 11 de Vereniging voor Handenarbeid 164 diploma voortgezette studie handenarbeid van handvaardigheid (handenarbeid) 1 t/m 11 de R.K. Vereniging voor “Handenarbeid” 165 diploma voortgezette studie handenarbeid van de Vereniging tot bevordering van het Voorbereidend Vakonderwijs en van het Onderwijs in Handenarbeid in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe
handvaardigheid (handenarbeid) 1 t/m 11
166 diploma logopedist, uitgereikt door de Vere- niging voor Logopaedie en Phoniatrie (spraak- en stemverbetering)
spraakverbetering 1 t/m 11
167 diploma, uitgereikt door de Vereniging van spraakverbetering 9 en 10 Spraakleraren 168 diploma’s A en B doofstommenonderwijs, uitspraakverbetering 9 en 10
gereikt voor 1 januari 1955 door de inrich-
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
tingen voor doofstommenonderwijs
169 getuigschrift of diploma van de volgende afdelingen van uit ‘s Rijks kas bekostigde scholen: a. hogere technische school, afdeling vaktekenen, technisch schetsen en theore- bouwkunde + p.g. tisch-technisch vakken aan de afdeling timmeren, metselen en bouwkunde
b. hogere technische school, afdeling idem aan de afdelingen metaalbewerken, werktuigbouwkunde + p.g. fijnmetaalbewerken, fijnmechanische tech- niek en werktuigbouwkunde c. hogere technische school, afdeling me- idem aan de afdelingen metaalbewerken, chanische bedrijfstechniek of mecha- fijnmetaalbewerken, fijnmechanische tech- nische technologie + p.g. niek en werktuigbouwkunde d. hogere technische school, afdeling weg- idem aan de afdelingen timmeren, metselen en waterbouwkunde + p.g. en weg- en waterbouwkunde e. hogere technische school, afdeling aan- idem aan de afdelingen timmeren, metselen nemers + p.g. en weg- en waterbouwkunde f. hogere technische school, afdeling idem aan de afdeling electrotechniek elektrotechniek of elektrotechnische bedrijfstechniek + p.g. g. hogere technische school, afdeling idem aan de afdelingen metaalbewerken, scheepsbouwkunde + p.g. scheepsbouw en scheepsbouwkunde h. hogere technische school, afdeling idem aan de afdeling vliegtuigbouwkunde vliegtuigbouwkunde + p.g. i. hogere technische school, afdeling fy- natuurkunde, scheikunde sischetechniek of chemie + p.g. j. hogere technische school, afdeling che- natuurkunde, scheikunde en chemische technische techniek + p.g. nologie k. werkmeesteropleiding te Heerlen, afde- vaktekenen, technisch schetsen en theore- ling werktuigbouwkunde + p.g. tisch-technische vakken aan de afdelingen metaalbewerken, fijnmetaalbewerken, fijnme- chanische techniek en werktuigbouwkunde
l. werkmeesteropleiding te Heerlen, afde- idem aan de afdeling elektrotechniek ling elektrotechniek + p.g. m. hogere technische school voor de auto- idem aan de afdeling autoherstellen techniek te Apeldoorn + p.g. n. hogere technische school, afdeling tex- idem aan de afdeling textiel tiel-werktuigkunde + p.g. o. hogere textielschool te Enschede, af- theoretisch-technische vakken voor de des- deling spinnen en weven, breien en tri- betreffende afdeling cotage of verven en bleken en drukken + p.g. p. hogere textielschool te Tilburg, afde- theoretisch-technische vakken voor de des- ling spinnen en weven of appreteren en betreffende afdeling verven, behaald na 1950 + p.g. q. middelbaar technische school te Dor- natuurkunde, scheikunde en chemische techdrecht, afdeling suikerindustrie + p.g.
nologie
44
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
3 en 8
3 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
5 en 8
3 en 8
indien hij na het behalen van het getuigschrift of het diploma ten miste drie jaren in de praktijk is werkzaam geweest in de vakrichting van het getuigschrift of het diploma e.e.a. ten genoegen van de minister of, indien het de bezitter van een getuigschrift of een diploma van een avond-h.t.s. of van de werkmeesters opleiding betreft, na zijn 17 jaar vier jaar in de praktijk werkzaam is geweest
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
170 getuigschrift of diploma van de na te noemen afdelingen van de uit’s Rijks kas bekostigde dagschool te Rotterdam, uitgaande van het Nederlands Genootschap tot opleiding van leerkrachten voor het Nijverheidsonderwijs a. houtbewerken + PG of PD
b. constructie bankwerken en PG en PD
c. lassen en PG of PD
d. metaalbewerken en PG of PD
e. fijnmetaalbewerken en PG of PD
f. elektromontage en PG en PD
g. bouwkunde en PG en PD
h. werktuigbouwkunde en PG en PD
i. electrotechniek en PG of PD
45 timmeren en machinale houtbewerking materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het houdbewerken plaat-, vuur-, en constructiebankwerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken electrisch en autogeen lassen en contructiebankwerken materialen- gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken metaalbewerken voor de werktuigbouw materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken fijnmetaalbewerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken elektrotechnische montage materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken vaktekenen, technisch schetsen en de theoretisch-technische vakken aan de vakrichtingen timmeren, metselen en bouwkunde vaktekenen, technisch schetsen en de theoretische vakken aan de vakrichtingen metaalbewerken, fijnmechanische technieken en werktuigbouwkunde vaktekenen technisch schetsen en de theoretisch-technische vakken aan de vakrichting elektrotechniek
5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5 en 8
5 en 8
5 en 8
171 getuigschrift of diploma van de na te noemen afdelingen van de Antilliaanse lerarenopleiding ingevolge artikel 12 en 33 van de Landsverordening voortgezet onderwijs a. houtbewerken en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
b. constructiebankwerken en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
c. lassen en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
d. metaalbewerken en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
e. fijnmetaalbewerken en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
f. elektromontage en verklaring van vol-
timmeren en machinale houtbewerking materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het houtbewerken plaatwerken, vuurwerken en constructiebankwerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken elektrisch- en autogeen en constructie bankwerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken metaalbewerken voor de werktuigbouw materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken fijnmetaalbewerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken electrotechnische montage
5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14
5 en 8 5 5, 8, 13 en 14
5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14 5 en 8 5 5, 8, 13 en 14
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
doende pedagogisch inzicht
g. bouwkunde en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
h. werktuigbouwkunde en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
i. elektrotechniek en verklaring van voldoende pedagogisch inzicht
j. wis- en natuurkunde
46 materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken vaktekenen, technisch schetsen en theoretisch technische vakken aan de vakrichtingen timmeren, metselen en bouwkunde vaktekenen, technisch schetsen en de theoretische vakken aan de vakrichtingen metaalbewerken, fijnmetaalbewerken, fijn- mechanische technieken en werktuigbouwkunde vaktekenen, technisch schetsen en de theoretisch-technische vakken aan de vak- richting elektrotechniek natuurkunde en mechanica wiskunde
5 en 8 5 5 en 8
5 en 8
5 en 8 3 t/m 8 4 t/m 6
172 getuigschrift of diploma van de na te noemen afdelingen van de Antilliaanse lerarenopleiding ingevolge artikel 12 en 33 van de Landsverordening voortgezet onderwijs a. praktijkleraar metselen
b. praktijkleraar timmeren
c. praktijkleraar schilderen
d. praktijkleraar metaalbewerken
e. praktijkleraar lassen en constructie- bankwerken
metselen materialen- en gereedschapskennis timmeren en machinale houtbewerking materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het houtbewerken schilderen materialen- en gereedschapskennis metaalbewerken materialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken elektrisch en autogeen lassen en constructie bankwerkenmaterialen- en gereedschapskennis handvaardigheid in het metaalbewerken 5 5 5 5 5
173 akte van bekwaamheid van de derde graad in de consumptieve techniek, uitgereikt door de Pedagogisch Technische Hogeschool, te Amsterdam, Nederland
praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de algemene consumptieve techniek, van het banketbakken, het brood- banketbakken en het koken en serveren
3 t/m 6
174 akte van bekwaamheid van de derde graad in de installatietechniek uitgereikt door de Pedagogisch Technische Hogeschool, te Amsterdam, Nederland
praktische en theoretisch-technische vakken 3 t/m 6 op het gebied van de installatietechniek 175 akte van bekwaamheid van de derde graad in de Papiamentse taal, uitgereikt door het Instituto Di Lenga Arubano van de Directie Onderwijs en het Instituto Pedagogico Arubano
Papiaments 2 t/m 9
176 akte van bekwaamheid van de derde graad in de wiskunde, uitgereikt door het Instituto Pedagogico Arubano
wiskunde 3 t/m 6
177 akte van bekwaamheid van de derde graad in de biologie, uitgereikt door het Instituto Pedagogico Arubano
biologie 3 t/m 6
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
178 akte van bekwaamheid van de derde graad in de Nederlandse taal, uitgereikt door het Instituto Pedagogico Arubano
47 Nederlands 3 t/m 6
179 akte van bekwaamheid van de derde graad in de Engelse taal, uitgereikt door het Instituto Pedagogico Arubano
Engels 3 t/m 6
180 akte van bekwaamheid van de derde graad in de Spaanse taal, uitgereikt door het Instituto Pedagogico Arubano
Spaans 3 t/m 6
181 akte van bekwaamheid van de derde graad in de lichamelijke oefening, uitgereikt door het Instituto Pedagogico Arubano
lichamelijke oefening 3 /m 6
182 akte van bekwaamheid van de derde graad in de informatiekunde, uitgereikt door het Examenbureau van de Directie Onderwijs
informatiekunde 3 t/m 6
183 getuigschrift van met goed gevolg afgelegd bachelorsexamen in de studierichting bedrijfskunde van de Faculteit der Sociale en Economische wetenschappen van de Universiteit van de Nederlandse Antillen, met als afstudeerrichting algemene bedrijfskunde
handelskennis 3 t/m 8 bezit van een bewijs van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding is vereist
184 idem met als afstudeerrichting economie handelskennis 3 t/m 8 zie 183
185 idem met als afstudeerrichting accountancy handelskennis 3 t/m 8 zie 183
186 getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd eindexamen in de studierichting bedrijfseconomie aan de financieel-economische faculteit van de Universiteit van Aruba
handelskennis 2 t/m 9 bezit van een bewijs van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding is vereist
187 diploma van de uit de openbare kas bekostigde lerarenopleiding tweede-graads verpleegkunde
verpleegkunde (waaronder e.h.b.o.) anatomie fysiologie
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
188 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de vierjarige deeltijdse studierichting leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in: a. aardrijkskunde b. biologie c. Duits d. Engels e. Frans f. geschiedenis g. natuurkunde h. Nederlands i. scheikunde j. Spaans k. wiskunde l. pedagogiek
aardrijkskunde biologie (waaronder anatomie, fysiologie) Duits Engels Frans geschiedenis natuurkunde Nederlands scheikunde Spaans wiskunde pedagogiek (waaronder algemene didactiek) agogie(k) onderwijskunde (waaronder algemene didac-
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
tiek) psychologie algemene economie (waaronder statistiek) kantoorpraktijk verkooppraktijk verkoopbevordering recht
bedrijfseconomie (waaronder statistiek) kantoorpraktijk verkooppraktijk verkoopbevordering recht
gezondheidskunde anatomie fysiologie huishoudkunde maatschappijleer omgangskunde agogie(k) andragogie(k) pedagogie(k) (waaronder algemene didactiek) psychologie
48 2 t/m 9 m. algemene economie 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
n. bedrijfseconomie
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
o. gezondheidskunde 1 t/m 9 1 t/m 9 1 t/m 9 p. huishoudkunde 2 t/m 9 q. maatschappijleer 2 t/m 9 r. omgangskunde 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
de bevoegdheid geldt niet voor de vakken publiekrecht en privaatrecht in het middelbaar beroepsonderwijs
de bevoegdheid geldt niet voor de vakken publiekrecht en privaatrecht in het middelbaar beroepsonderwijs
189 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de tenminste tweejarige deeltijdse studierichting leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in: a. aardrijkskunde
b. biologie c. Duits d. Engels e. Frans f. geschiedenis
g. natuurkunde h. Nederlands i. scheikunde j. Spaans k. wiskunde l. pedagogiek
aardrijkskunde maatschappijleer
biologie (waaronder anatomie, fysiologie) Duits Engels Frans geschiedenis maatschappijleer
natuurkunde Nederlands scheikunde Spaans wiskunde (waaronder statistiek) pedagogiek (waaronder algemene didactiek) agogie(k)/agologie onderwijskunde (waaronder algemene didactiek) psychologie maatschappijleer
1 t/m 15 1 t/m 15
1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15
1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15 1 t/m 15
1 t/m 15 1 t/m 15
indien blijkens aantekening op de achterzijde van het getuigschrift het aanvullend programma maatschappijleer/maatschappelijke begeleiding deel heeft uitgemaakt van het examen
indien blijkens aantekening op de achterzijde van het getuigschrift het aanvullend programma maatschappijleer/maatschappelijke begeleiding deel heeft uitgemaakt van het examen
indien blijkens aantekening op de
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
49
achterzijde van het getuigschrift het aanvullend programma maatschappijleer/maatschappelijke begeleiding deel heeft uitgemaakt van het examen m. algemene economie
indien blijkens aantekening op de achterzijde van het getuigschrift het aanvullend programma maatschappijleer/maatschappelijke begeleiding deel heeft uitgemaakt van het examen alleen voor die scholen waar het vak recht als zodanig in de lessentabel voor- komt n. bedrijfseconomie
indien blijkens aantekening op de achterzijde van het getuigschrift het aanvullend programma maatschappijleer/maatschappelijke begeleiding deel heeft uitgemaakt van het examen alleen voor die scholen waar het vak recht als zodanig in de lessentabel voor- komt
190 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de vierjarige deeltijdse studierichting opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in het vak techniek
algemene economie (waaronder statistiek) maatschappijleer
recht
bedrijfseconomie (waaronder statistiek) maatschappijleer
recht
privaatrecht
1 t/m 15 1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15 1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
techniek 2 t/m 9
191 akte van bekwaamheid van de tweede graad in twee vakken dan wel akte van bekwaamheid van de tweede graad in een vak, tevens getuigschrift tot het geven van godsdienstonderwijs, uitgereikt door de instituten voor de opleiding van leraren, die uit de openbare kas zijn bekostigd krachtens de Nederlandse Experimentenwet onderwijs (Stbl. 1970, 370, Zoals gewijzigd) (zgn. Nieuwe Lerarenopleiding, NLO’s): a. aardrijkskunde b. biologie c. Duits d. Engels e. Frans f. geschiedenis g. natuurkunde h. Nederlands i. scheikunde j. wiskunde k. economie (akte afgegeven vóór de splitsing in I en II, vergelijk onder l en m)
l. economische wetenschappen I en recht m. economische wetenschappen II en recht
aardrijkskunde biologie (waaronder anatomie, fysiologie) Duits Engels Frans geschiedenis natuurkunde Nederlands scheikunde wiskunde (waaronder statistiek) algemene economie (waaronder statistiek) bedrijfseconomie (waaronder statistiek) recht (waaronder privaatrecht, staatsinrichting/publiekrecht, belastingrecht) algemene economie (waaronder statistiek) bedrijfseconomie (waaronder statistiek) recht (waaronder privaatrecht, staatsinrichting/publiekrecht, belastingrecht)
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
2 t/m 92 t/m 9 2 t/m 9
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
kantoorpraktijk
verkooppraktijk
verkoopbevordering
gezondheidskunde anatomie fysiologie huishoudkunde maatschappijleer omgangskunde agogie(k) andragogie(k) pedagogie(k) (waaronder algemene didactiek) psychologie handvaardigheid (textiele werkvormen) textiele werkvormen praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van mode en kleding kunstgeschiedenis handvaardigheid kunstgeschiedenis tekenen kunstgeschiedenis
50
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
1 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 1 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 6
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
mits de akte is behaald op of na 1-12- 1985 mits de akte is behaald op of na 1-12- 1986 en mits tevens de akte is afgegeven voor de beide vakken economische wetenschappen I en recht en economische wetenschappen II en recht in combinatie met elkaar onder dezelfde voorwaarden als voor verkooppraktijk n. gezondheidskunde
o. huishoudkunde p. maatschappijleer q. omgangskunde
r. textiele werkvormen
s. handvaardigheid
t. tekenen
192 akte van bekwaamheid van de derde graad in twee vakken dan wel akte van bekwaamheid van de derde graad in een vak, tevens ge- tuigschrift tot het geven van godsdienstonderwijs, uitgereikt door de instituten voor de opleiding van leraren, die uit de openbare kas zijn bekostigd krachtens de Nederlandse Experimentenwetonderwijs (zgn. NLO’s): a. aardrijkskunde b. biologie c. Duits d. Engels e. Frans f. geschiedenis g. natuurkunde h. Nederlands i. scheikunde j. wiskunde k. economie (akte afgegeven vóór de splitsing in I en II, vergelijk onder l) l. economische wetenschappen II en recht
m. gezondheidskunde
n. huishoudkunde
aardrijkskunde biologie (waaronder anatomie, fysiologie) Duits Engels Frans geschiedenis natuurkunde Nederlands scheikunde wiskunde (waaronder statistiek) bedrijfseconomie (waaronder statistiek)
bedrijfseconomie (waaronder statistiek) kantoorpraktijk
gezondheidskunde anatomie fysiologie huishoudkunde
3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6
3 t/m 6 3 t/m 6
3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6
mits de akte is behaald op of na 1-12- 1985
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
o. maatschappijleer maatschappijleer p. textiele werkvormen handvaardigheid (textiele werkvormen) textiele werkvormen praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van mode en kleding kunstgeschiedenis q. handvaardigheid handvaardigheid kunstgeschiedenis r. tekenen tekenen kunstgeschiedenis
51
3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6
3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6 3 t/m 6
193 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de vierjarige voltijdse studierichting opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad, samengesteld uit twee studierichtingen delen, waarvan de inhoud van het ene studierichtingsdeel (vak) mede is gericht op het geven van middelbaar beroepsonderwijs en de inhoud van het andere studierichting deel (vak) niet mede is gericht op het geven van middelbaar beroepsonderwijs
a. aardrijkskunde b. biologie c. Duits d. Engels e. Frans f. geschiedenis g. natuurkunde h. Nederlands i. scheikunde j. wiskunde k. omgangskunde
l. maatschappijleer m. algemene economie
n. bedrijfseconomie
Algemene opmerking: De studierichting omvat twee studierichtingen delen (vakken). De bevoegdheid is aangegeven met de codering 2 t/m 9, ech- ter: de bevoegdheid voor het mbo geldt steeds voor één van beide studierich- tingsdelen (vakken), nl. het studierichtingsdeel (vak) waarvan de inhoud mede is gericht op het geven van middelbaar beroepsonderwijs, zoals aangegeven op het getuigschrift. Voor het andere vak is de bevoegdheid beperkt tot de overige soorten van onderwijs die worden aangegeven met de codering 2 tot en met 9 aardrijkskunde idem biologie (waaronder anatomie, fysiologie) idem Duits idem Engels idem Frans idem geschiedenis idem natuurkunde idem Nederlands idem scheikunde idem wiskunde idem omgangskunde idem pedagogiek (waaronder algemene didactiek) idem agogie(k) idem andragogie(k) idem psychologie idem maatschappijleer idem algemene economie (waaronder statistiek) idem kantoorpraktijk uitsluitend indien de inhoud van het studierichtingsdeel algemene economie mede is gericht op het geven van middelbaar beroepsonderwijs verkooppraktijk idem verkoopbevordering idem recht uitsluitend indien de inhoud van het studierichtingsdeel algemene economie mede gericht is op het geven van middelbaar beroepsonderwijs; de bevoegdheid geldt niet voor de vakken publiekrecht en privaatrecht in het middelbaar beroepsonderwijs bedrijfseconomie (waaronder statistiek) zie de algemene opmerking kantoorpraktijk idem verkooppraktijk
idem 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
verkoopbevordering recht
gezondheidskunde anatomie fysiologie huishoudkunde textiele werkvormen handvaardigheid (textiele werkvormen) praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van mode en kleding kunstgeschiedenis tekenen kunstgeschiedenis handvaardigheid (handenarbeid) kunstgeschiedenis
52
2 t/m 9 2 t/m 9
1 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 1 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 6
2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 idem idem de bevoegdheid geldt niet voor de vakken publiekrecht en privaatrecht in het middelbaar beroepsonderwijs o. gezondheidskunde zie de algemene opmerking idem idem p. huishoudkunde idem q. textiele werkvormen
idem idem idem
idem r. tekenen idem idem s. handvaardigheid idem idem
194 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de vierjarige voltijdse studierichting opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in: a. aardrijkskunde b. biologie c. Duits d. Engels e. Frans f. geschiedenis g. natuurkunde h. Nederlands i. scheikunde j. wiskunde k. omgangskunde
l. maatschappijleer m. algemene economie
n. bedrijfseconomie
o. gezondheidskunde
p. huishoudkunde q. textiele werkvormen
aardrijkskunde biologie (waaronder anatomie, fysiologie) Duits Engels Frans geschiedenis natuurkunde Nederlands scheikunde wiskunde (waaronder statistiek) omgangskunde pedagogie(k) (waaronder algemene didactiek) agogie(k) andragogie(k) psychologie maatschappijleer algemene economie (waaronder statistiek) kantoorpraktijk verkooppraktijk verkoopbevordering recht bedrijfseconomie (waaronder statistiek) kantoorpraktijk verkooppraktijk verkoopbevordering recht gezondheidskunde anatomie fysiologie huishoudkunde textiele werkvormen handvaardigheid (textiele werkvormen) praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van mode en kleding 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 1 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 1 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9 2 t/m 9
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
kunstgeschiedenis tekenen kunstgeschiedenis handvaardigheid (handenarbeid) kunstgeschiedenis
53 2 t/m 9 r. tekenen 2 t/m 9 2 t/m 9 s. handvaardigheid 2 t/m 9 2 t/m 9
195 diploma van de zgn. geherstructureerde derdegraads opleiding in twee vakken, uitgereikt door een van de avondscholen of van de dag- school te Rotterdam, uitgaande van het Nederlands Genootschap tot Opleiding van leraren voor het Beroepsonderwijs I. diploma van de vierjarige geherstructureerde opleiding, behaald vóór 1 augustus 1980 + p.g. II. diploma van de vijfjarige geherstructureerde opleiding + p.g. a. bouwkunde
b. bouwtechniek
c. consumptieve techniek I
d. consumptieve techniek II
e. elektrotechniek
f. praktijk elektrotechniek
g. grafische techniek I
h. grafische techniek II
i. installatietechniek
j. mechanische techniek
k. motorvoertuigentechniek
l. natuurkunde m. werktuigbouwkunde
n. wiskunde
theoretisch-technische vakken op het gebied van de bouwtechniek/bouwkunde praktische vakken op het gebied van de bouwtechniek/bouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied van de algemene consumptieve techniek, van het banketbakken, het brood-banketbakken en het koken en serveren praktische vakken op het gebied van de algemene consumptieve techniek, van het banketbakken, het brood-banketbakken en het koken en serveren theoretisch-technische vakken op het gebied van de elektrotechniek praktische vakken op het gebied van de elektrotechniek theoretisch-technische vakken op het gebied van de grafische techniek praktische vakken op het gebied van de grafische techniek praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de installatie-techniek praktische vakken op het gebied van de mechanische techniek/werktuigbouwkunde praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de motorvoertuigen- techniek natuurkunde theoretisch-technische vakken op het gebied van de mechanische techniek/werktuigbouwkunde wiskunde (waaronder statistiek)
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
1 t/m 9
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6 3 t/m 6
3 t/m 6
196 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de uit de studierichtingsdelen I en II samen-gestelde tweejarige deeltijdse studierichting opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (waarvan de inhoud mede is gericht op het geven van middelbaar beroepson-
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
derwijs) a. 1. bouwtechniek I 2. bouwtechniek II
b. 1. mechanische techniek I 2. mechanische techniek II
c. 1. schilderen I 2. schilderen II d. 1. motorvoertuigentechniek I 2. motorvoertuigentechniek II
e. 1. elektrotechniek I 2. elektrotechniek II
f. 1. grafische techniek I 2. grafische techniek II g. 1. koken en serveren I 2. koken en serveren II
h 1. brood- en banketbakken I 2. brood- en banketbakken II
54 praktische vakken op het gebied van bouwtechniek/bouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied van bouwtechniek/bouwkunde
praktische vakken op het gebied van mechanische techniek/werktuigbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied van techniek/werktuigbouwkunde
praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van het schilderen praktische vakken op het gebied van de motorvoertuigentechniek theoretisch-technische vakken op het gebied van de motorvoertuigentechniek praktische vakken op het gebied van de elektrotechniek theoretisch-technische vakken op het gebied van de elektrotechniek praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de grafische techniek praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de algemene consumptieve techniek en van het koken en serveren praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de algemene consumptieve techniek, van het banketbakken en van het brood-banketbakken
1 t/m 15
2 t/m 9
1 t/m 15
2 t/m 9
1 t/m 15
1 t/m 15
2 t/m 9
1 t/m 15
2 t/m 9
1 t/m 15
1 t/m 15
1 t/m 15
voorzover deze vakken directe relatie hebben met de uitvoering van bouwconstructies
voorzover deze vakken directe relatie hebben met de vervaardiging van werkstuk- ken
197 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de uit de studierichtingsdelen I en II samen-gestelde vierjarige deeltijdse studierichting opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad (waarvan de inhoudniet mede is gericht op het geven van middelbaar beroepsonderwijs dan wel algemeen en op het beroep gericht onderwijs in het kader van het leerlingwezen) a. 1. mechanische techniek I 2. mechanische techniek II met als afstudeerrichting verspanende technieken
b. 1. mechanische techniek I 2. mechanische techniek II met als afstudeerrichting niet-verspanende technieken
c. 1. bouwtechniek I 2. bouwtechniek II met als afstudeerrichting fijnhoutbewerken
d. 1. bouwtechniek I 2. bouwtechniek II met als afstudeerrichting timmeren
praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de algemene mechanische techniek/werktuigbouwkunde en van de verspanende technieken (waaronder metaalbewerken, fijnmetaalbewerken) praktische en theoretisch- technische vak- ken op het gebied van de algemene mechanische techniek/werktuigbouwkunde en van de niet-verspanende technieken (waaronder constructiebankwerken, lassen) praktische en theoretisch technische vakken op het gebied van de algemene bouwtechniek/bouwkunde en van meubelmaken/fijnhoutbewerken/machinaal houtbewerken praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de algemene bouwtechniek/bouwkunde en van het timme-
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================
ren/machinaal houtbewerken e. 1. bouwtechniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. bouwtechniek II met als afstudeer- op het gebied van de algemene bouw- richting metselen en stucadoren techniek/bouwkunde en van het metselen en stucadoren f. 1. bouwtechniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. bouwtechniek II met als afstudeer- op het gebied van de algemene bouw- richting schilderen techniek/bouwkunde en van het schilderen g. 1. motorvoertuigentechniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. motorvoertuigentechniek II op het gebied van de motorvoertuigen- techniek h. 1. elektrotechniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. elektrotechniek II op het gebied van de elektrotechniek i. 1. installatietechniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. installatietechniek II op het gebied van de installatietechniek j. 1. consumptieve techniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. consumptieve techniek II met als af- op het gebied van de algemene consumptieve studeerrichting brood- en ban- techniek en van het brood-banketbakken en ketbakken banketbakken k. 1. consumptieve techniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. consumptieve techniek II met als af- op het gebied van de algemene consumptieve studeerrichting koken en serveren techniek en van het koken en serveren l. 1. grafische techniek I praktische en theoretisch-technische vakken 2. grafische techniek II op het gebied van de grafische techniek
55
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
3 t/m 6
198 getuigschrift hoger beroepsonderwijs van met goed gevolg afgelegd examen in de vierjarige voltijdse dan wel vijfjarige deeltijdse studierichting:
a. elektrotechniek + p.g.
b. werktuigbouw + p.g.
c. vliegtuigbouwkunde + p.g.
d. scheepsbouwkunde + p.g.
e. metaalkunde + p.g.
f. autotechniek + p.g.
g. civiele techniek + p.g.
h. landmeetkunde + p.g.
i. bouwkunde + p.g.
voor de bevoegdheid voor de praktische en theoretisch-technische vakken is vereist dat de bezitter na het behalen van het getuigschrift tenminste drie jaar in de praktijk is werkzaam geweest in de desbetreffende vakrichting theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de elektrotechniek theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de mechanische techniek/werktuigbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de vliegtuigbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de mechanische techniek/werktuigbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de scheepsbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de mechanische techniek/werktuigbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de mechanische techniek/werktuigbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de metaalkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de motorvoertuigentechniek theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de weg- en waterbouwkunde theoretisch-technische vakken op het gebied idem van de landmeetkunde theoretisch-technische vakken op het gebied
idem 2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
************************* AB 1989 no. GT 103 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 september 2007 ************************* =======================================================================================================

van de bouwtechniek/bouwkunde j. chemische technologie + p.g. praktische en theoretisch- technische vak- ken op het gebied van de chemische technologie k. technische natuurkunde praktische en theoretisch-technische vakken op het gebied van de fysische techniek l. bouwtechnische bedrijfskunde theoretisch-technische vakken op het gebied van de bouwtechniek/bouwkunde m. commerciële confectietechniek theoretisch-technische vakken op het gebied van de confectietechniek
56
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
2 t/m 9
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem

User Avatar

Author: ahmed4334

my bio