Tag Archives: Landsbesluit instelling faculteit Arts and Science Universiteit van Aruba

Landsbesluit instelling faculteit Arts and Science Universiteit van Aruba AB 2009 no. 82

*************************

AB 2009 no. 82 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014

************************* ====================================================================
Intitulé : LANDSBESLUIT, van 27 augustus 2009 houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 5, tweede lid, 29, eerste en vierde lid, 30 en 37, tweede lid, van de Landsverordening Universiteit van Aruba (AB 1988 no. 100)
Citeertitel: Landsbesluit instelling faculteit Arts and Science Universiteit van Aruba
Vindplaats : AB 2009 no. 82
Wijzigingen: Geen

DOWNLOAD PDF
====================================================================

Please enter desired keyword in box bellow and press enter/backspace

Artikel 1
1. De Universiteit van Aruba omvat de faculteit Arts and Science, afgekort FAS. 2. Het onderwijs binnen de faculteit Arts and Science kan ten minste de volgende studies omvatten: a. Social Work and Development; b. Organization, Governance and Management; c. Health Studies; d. Political Studies; e. Environmental Studies; f. Language, Communication and Information; g. Education Studies, en h. Culture, Art and Creativity. Artikel 2
1. De minister, belast met onderwijs, beslist, afhankelijk van de vraag daarnaar en op advies van het college van curatoren, welke studie, genoemd in artikel 1, tweede lid, van start zal gaan en ook op welk moment dit zal plaatsvinden. Deze beslissing wordt schriftelijk vastgelegd. 2. De minister, belast met onderwijs, beslist, afhankelijk van de vraag daarnaar, of de aan te bieden studie, hetzij op bachelor-, hetzij op masterniveau, of op beide niveaus, zal worden georganiseerd.
Artikel 3
1. Het onderwijs binnen de faculteit Arts and Science wordt in de Engelse taal verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid, kan afhankelijk van de studentenpopulatie, de beschikbare materialen en de eindtermen van de studie het onderwijs in de Nederlandse of de Spaanse taal of het Papiamento worden verzorgd.
Artikel 4
De faculteit Arts and Science heeft tot taak door het geven van wetenschappelijk onderwijs: a. academische kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes ten aanzien van de vakgebieden van de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, te bevorderen; b. de ontwikkeling van brede en integrale kennis met betrekking tot de organisatie en het management in de betrokken studiegebieden en
************************* AB 2009 no. 82 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
relevante beroepsgebieden te stimuleren; c. bij te dragen aan de persoonlijke vorming en integrale ontwikkeling van de student.
Artikel 5
1. Afhankelijk van het instroomniveau van de student kan de bachelorfase van de in artikel 1, tweede lid, bedoelde studies, een duur van drie tot vier jaren hebben. 2. De studies, bedoeld in het eerste lid, worden afgesloten met het bachelorexamen. Dit examen is opgebouwd uit deeltentamens, ter toetsing van de volgende onderdelen: a. algemene ontwikkeling; b. academische ontwikkeling; c. praktijk ontwikkeling. 3. Het onderdeel algemene ontwikkeling omvat in alle in artikel 1, tweede lid, genoemde studies de volgende elementen: a. communicatieve vaardigheden; b. persoonlijke vaardigheden; c. sociaal-culturele vaardigheden; d. wetenschappelijke vaardigheden, met name onderzoeksvaardigheden en academisch denken en handelen; e. wetenschapsfilosofie; f. kennis van sociale en culturele fundamenten van Aruba en het Caraïbisch gebied. 4. Het onderdeel academische ontwikkeling omvat ten minste de in bijlage I vermelde elementen. 5. Alle onderdelen voor de bacheloropleiding in de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, worden door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, vastgesteld. Het praktijkonderdeel omvat in elk geval een projectstage en een afstudeeropdracht. 6. Tot de uitvoering van de afstudeeropdracht voor de bacheloropleiding wordt slechts toegelaten de student die aan de volgende voorwaarden heeft voldaan: a. alle modules binnen de desbetreffende onderwijscomponenten in het eerste en tweede studiejaar naar oordeel van de faculteitsraad met succes heeft afgerond; b. minimaal 70% van de totale studiepunten van het bachelorprogramma heeft behaald; c. een gemiddeld eindcijfer van 7 heeft voor de reeds behaalde modules, met dien verstande dat voor elke module minstens het cijfer 6 is behaald. 7. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een student die niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, bedoeld in het zesde lid, onderdeel b of c, wordt toegelaten tot de uitvoering van de afstudeeropdracht voor de bacheloropleiding. Om in aanmerking te kunnen komen voor deze uitzondering dient de student een gemotiveerd verzoek in bij de voorzitter van de Examencommissie. Binnen vier weken, na indiening van het verzoek, ontvangt de verzoeker een antwoord van de Examencommissie.
Artikel 6
1. De masteropleiding in de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, wordt afgesloten met een examen. Dit examen is opgebouwd uit deeltentamens, ter toetsing van de volgende onderdelen: a. algemene ontwikkeling; b. academische ontwikkeling;
2
************************* AB 2009 no. 82 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
c. praktijk ontwikkeling. 2. Het onderdeel algemene ontwikkeling omvat voor alle in artikel 1, tweede lid, genoemde studies de volgende elementen: a. communicatieve vaardigheden; b. persoonlijke vaardigheden; c. sociaal-culturele vaardigheden; d. wetenschappelijke vaardigheden, met name onderzoeksvaardigheden en academisch denken en handelen; e. wetenschapsfilosofie. 3. Het onderdeel academische ontwikkeling omvat ten minste de in bijlage II vermelde elementen. 4. Alle onderdelen voor de masteropleiding in de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, worden door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, vastgesteld. Het praktijkonderdeel omvat in elk geval een onderzoek- en afstudeeropdracht, alsmede een eindscriptie. 5. Tot de uitvoering van de afstudeeropdracht voor de masteropleiding in voornoemde studies wordt slechts toegelaten de student die aan de volgende voorwaarden heeft voldaan: a. minimaal 70% van de totale studiepunten van het masterprogramma heeft behaald; b. een gemiddeld eindcijfer van 7 heeft voor de reeds behaalde modules, met dien verstande dat voor elke module minstens het cijfer 6 is behaald. 6. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie toestaan dat een student die niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, bedoeld in het vijfde lid, wordt toegelaten tot de uitvoering van de afstudeeropdracht voor de masteropleiding. Om in aanmerking te kunnen komen voor deze uitzondering dient de student een gemotiveerd verzoek in bij de voorzitter van de Examencommissie. Binnen vier weken na indiening van het verzoek, ontvangt de verzoeker een antwoord van de Examencommissie.
Artikel 7
1. Ten bewijze van het met goed gevolg afgelegd hebben van zowel het bachelor- als het masterexamen wordt de student een diploma uitgereikt, waarvan het model wordt vastgesteld door het college van curatoren. Op de keerzijde van het diploma worden vermeld de vakken of modules en het aantal studiepunten dat het desbetreffende examen heeft omvat. 2. Door het met goed gevolg afgelegd hebben van het bachelorexamen wordt het recht verkregen op het voeren van de navolgende titel, die afgekort achter de naam wordt geplaatst: a. Bachelor of Arts, afgekort als B.A.. Dit is het geval bij de studies: – Social Work and Development; – Organization, Governance and Management; – Health Studies; – Political Studies; – Language, Communication and Information; – Education Studies, en – Culture, Art and Creativity. b. Bachelor of Science, afgekort als B.S.. Dit is het geval bij de studie Environmental Studies. 3. Door het met goed gevolg afgelegd hebben van het masterexamen wordt het recht verkregen op het voeren van de navolgende titel, die afgekort achter de naam wordt geplaatst:
3
************************* AB 2009 no. 82 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
a. Master of Arts, afgekort als M.A.. Dit is het geval hij de studies: – Social Work and Development; – Organization, Governance and Management; – Health Studies; – Political Studies; – Language, Communication and Information; – Education Studies, en – Culture, Art and Creativity. b. Master of Science, afgekort als M.S.. Dit is het geval bij de studie Environmental Studies.
Artikel 8
1. Tot de 4-jarige bacheloropleiding van de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, wordt toegelaten degene die in het bezit is van: a. een in Aruba, de Nederlandse Antillen, of Nederland verkregen getuigschrift voor een met goed gevolg afgelegd eindexamen aan een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO) of voor hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO), mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan; b. een in Aruba, de Nederlandse Antillen of Nederland verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of bachelorexamen aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs, mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan. 2. Het college van curatoren beslist, de faculteitsraad en de adviesraad gehoord, of tot de 4-jarige bacheloropleiding van een studie, genoemd in artikel 1, tweede lid, wordt toegelaten, degene die in het bezit is van een in Aruba verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen aan de Educacion Profesional Intermedio (E.P.I.) niveau 4 of een daaraan gelijkwaardige opleiding, mits de student aan de daarvoor door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan. 3. Tot de 3-jarige bacheloropleiding van de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, wordt toegelaten degene die in het bezit is van: a. een in Aruba, de Nederlandse Antillen of Nederland verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen aan een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO) of voor hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO), mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de advies- raad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan; b. een in Aruba, de Nederlandse Antillen of Nederland verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of bachelorexamen aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs, mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan; c. een in Aruba, de Nederlandse Antillen of Nederland verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd masterexamen aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs, mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroom- eisen heeft voldaan. 4. Onverminderd het eerste, tweede en derde lid, kan de
4
************************* AB 2009 no. 82 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, en afhankelijk van het specifieke karakter van de desbetreffende studie, de toelating tot de bacheloropleiding additioneel toetsen aan ten minste de volgende kwaliteitsnormen: a. beheersing van de Engelse taal uitgedrukt in een minimum eindscore van 500 voor de Test Of English as a Foreign Language (TOEFL) of equivalente toets; b. een minimum score van 1000 voor de Scholastic Aptitude Test (afgekort SAT); c. een essay betreffende de persoonlijke motivering tot de studiekeuze.
Artikel 9
1. Tot het masterprogramma van de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, wordt toegelaten degene die in het bezit is van: a. een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd bachelorexamen in een relevante studie als bedoeld in artikel 5, tweede lid, mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan; b. een in de Nederlandse Antillen of Nederland verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen aan een instelling voor hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs in een relevante studie, mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan; c. een in de Nederlandse Antillen of Nederland verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd bachelor- of masterexamen in een relevante studie, mits de student aan de daarvoor nader door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, gestelde toelatings- en instroomeisen heeft voldaan. 2. Onverminderd het eerste lid, kan de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, de toelating tot het masterexamen additioneel toetsen aan ten minste de volgende kwaliteitsnormen: a. beheersing van de Engelse taal uitgedrukt in een minimum eindscore van 500 voor de TOEFL of equivalente toets; b. een minimum score van 450 voor de Graduate Management Admission Test.
Artikel 10
1. Aan het bachelor- respectievelijk het masterprogramma van de studies, genoemd in artikel 1, tweede lid, wordt voorts toegelaten degene die: a. in het bezit is van een in het buitenland verkregen getuigschrift van bekwaamheid tot het volgen van hoger of wetenschappelijk onderwijs, mits dat getuigschrift naar het oordeel van de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad en de Directie Onderwijs gehoord, overeenkomt met een van de in artikel 8, eerste, tweede en derde lid, respectievelijk artikel 9, eerste lid, bedoelde getuigschriften; b. afhankelijk van het specifieke karakter van de desbetreffende studie voldaan heeft aan de kwaliteitsnormen, vastgesteld door de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, zijnde voor het bachelorprogramma de beheersing van de Engelse taal uitgedrukt in een minimum eindscore van 500 voor de TOEFL of equivalente toets, alsmede een minimum score van 1000 voor de Scholastic Aptitude Test,
5
************************* AB 2009 no. 82 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 10 januari 2014 ************************* ====================================================================
respectievelijk voor het masterprogramma de beheersing van de Engelse taal uitgedrukt in een minimum eindscore van 500 voor de TOEFL of equivalente toets, alsmede een minimum score van 450 voor de Graduate Management Admission Test. 2. Onverminderd het eerste lid, kan de faculteitsraad met het oog op de toelating verlangen dat het bewijs wordt geleverd van voldoende kennis in de modules, waarin naar het oordeel van de faculteitsraad, na goedkeuring van de adviesraad, bij het verkrijgen van het getuigschrift niet, of niet in voldoende mate, is geëxamineerd.
Artikel 11
1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba en werkt terug tot en met 4 mei 2006. 2. Het kan worden aangehaald als Landsbesluit instelling faculteit Arts and Science Universiteit van Aruba.